dinsdag 22 december 2020

Kaalslag voor natuur?

Reactie van Henk Rampen op artikel in de Stentor:  

https://www.destentor.nl/ommen/welles-nietes-over-kaalslag-in-de-natuur-waarom-zou-je-bos-inruilen-voor-heide~ad46b6c6/

In het artikel over bomen kappen voor heide in de Stentor van zaterdag 5 december doet de verantwoordelijke gedeputeerde een opmerkelijke uitspraak: "Overijssel is rijk aan specifieke natuur die was verbost". Hoezo specifieke natuur? Hoezo verbost? Spontane boomgroei op heide is volstrekt natuurlijk. Waar de mens niet aan te pas gekomen is. Een tussenstap in de successie naar bos.

Heide daarentegen is het tegenovergestelde: een in de middeleeuwen, en daarvoor door de mens gecreëerd graasland voor schapen. Niet om natuur in stand te houden maar om van te leven. Ontstaan door het kappen van bos, ja toen ook al, en roofbouw. Op veel plaatsen zo erg dat er zelfs geen heide meer wilde groeien. Met als gevolg zandverstuivingen die huis en haard bedreigden. In de 19e eeuw werd het grootste deel van deze zogenaamde woeste gronden bebost of ontgonnen. Mede hierdoor kon op de zandgronden de welvaart weer toenemen. 

Heide gelijkstellen aan natuur getuigt dan ook van weinig historisch besef en ecologisch inzicht.

Ook misleidend in het artikel is de stelling dat "het moet van Brussel". Een gotspe. Wat we zogenaamd van Brussel moeten, hebben we eerder zelf ingestoken. Mede ingegeven door financiële overwegingen want Brussel beschikt over een goed gevulde subsidiepot. En dan is het aantrekkelijker om dure natuur (bijv. heide) in te steken dan goedkope (o.a. bos). Brussel heeft er slechts een klap op gegeven; ons succes gewenst met de uitvoering en de geldkraan opengedraaid.

Je achter Brussel verschuilen als je je je eigen beleid moet verdedigen is slap en laf.



maandag 7 december 2020

Schokkende voorbeelden uit de praktijk bij Staatsbosbeheer, door Jacob Vis

Jacob Vis (Haarlem 1940) was bijna dertig jaar bosbeheerder in Oostelijk Flevoland, met een intermezzo als interim-manager in Staatsnatuurreservaat De Weerribben. In de laatste zes jaar van zijn loopbaan was hij consultant voor Staatsbosbeheer waarin hij onder meer de gemechaniseerde houtoogst bij Staatsbosbeheer en de nieuwe bedrijfstak energiehout opzette. In beide functies publiceerde hij baanbrekende rapporten op bosbouwgebied.


Inleiding

In 1998 leidde ik voor Staatsbosbeheer een landelijk project over gemechaniseerde houtoogst: een methode die in grote bosbouwlanden de traditionele houtoogst vrijwel geheel had verdrongen. In plaats van mannen met motorzagen, paarden en trekkers om bomen te vellen en het bos uit te slepen, rijden er nu peperdure oogstmachines door het bos om bomen tot sortimenten op te werken, gevolgd door even dure uitrijdcombinaties om die sortimenten het bos uit te rijden en langs de bosweg te stapelen. Er komt geen hand meer aan te pas, alleen om de handels van de machines te bedienen.

Het was net zo’n revolutie als de maaidorser in de graanoogst. Na efficiency was ergonomie het tweede argument om de houtoogst te mechaniseren. Het zware (volgens velen zelfs onverantwoord zware) handwerk behoorde nu tot het verleden. Of dat helemaal waar is waag ik te betwijfelen, want wie tien uur achtereen in een oogstmachine over oneffen bosterrein hobbelt, komt er, ondanks de perfecte zetels en de vrijwel geluiddichte cabine, soms gebroken uit. Maar de vooruitgang was niet te stuiten en via Scandinavië, Denemarken en Duitsland bereikte de nieuwe methode ook ons land. In de echte bosbouwlanden heb je grote oppervlakten bos met één of twee boomsoorten waar oogstmachines prima uit de voeten kunnen, maar de vraag was hoe die enorme apparaten het zouden doen in onze kleinschalige, gevarieerde en intensief bezochte bossen. Hoe zou het publiek reageren als ze zo’n mastodont bezig zagen in hun gekoesterde wandelbos en hoe zouden we schade aan bos en bodem kunnen voorkomen als die machines door ons bos rijden? Veel boseigenaren koesterden bij voorbaat koudwatervrees tegen gemechaniseerde oogst, zoals gebruikelijk bij een nieuwe methode. Dat gebeurt overigens niet alleen in ons vak.

Voor ons, Staatsbosbeheerders, kwam er een onzekere factor bij. We hadden tientallen jaren ons hout op stam verkocht en onze praktijkervaring met hout oogsten en verwerken was ver weggezakt. Van gemechaniseerde oogst hadden we al helemaal geen kaas gegeten. Tezelfdertijd wilden we de regie weer in eigen hand nemen en ons hout rechtstreeks in grote partijen aan de afnemers verkopen. De sterk versnipperde houtverkoop per regio veranderde in centrale verkoop via het hoofdkantoor. Dan moet je weten wat je doet en om daar achter te komen kreeg ik opdracht de nieuwe techniek voor onze staatsbossen te testen in een uitvoerige oogstproef.1 Ik koos als proefgebieden vijf boswachterijen die bekend staan om hun lastige werkomstandigheden, zoals geaccidenteerd terrein, rabatten met diepe greppels, en natte, rulle of anderszins kwetsbare bodems. Het motto was: als het daar lukt zonder schade aan bos en bodem dan lukt het overal. Het kwetsbaarste proefgebied was de boswachterij Schoorl (nu De Schoorlse Duinen) waar de dunning van het zeventig jaar oude naaldbos jarenlang was uitgesteld omdat de kost ver boven de baat uit zou gaan en paarden en trekkers veel moeite zouden krijgen om de gevelde bomen van de duinhellingen het bos uit te slepen. Toen ik mijn collega’s ter plaatse dus voorstelde hun geplande dunning in de proef op te nemen werd dat idee met gejuich ontvangen, vooral omdat het deficit ten laste van de proef zou komen.

Waarom vertel ik dit inleidende verhaal? Omdat er tijdens de voorbereiding en uitvoering van het project iets eigenaardigs gebeurde: ik werd verliefd op dat bos bij Schoorl dat onder barre omstandigheden haar functies als schermbos en wandelgebied perfect had vervuld.

U leest dus het begin van een liefdesverhaal. En nu mijn geliefde bedreigd wordt wil ik met dit essay helpen haar van de ondergang te redden en weer de plaats te geven die ze volgens mij en duizenden andere bosliefhebbers verdient.

1 SBB-publicatie Herenboer in hout. J Vis Staatsbosbeheer Dienstverlening oktober 1998

De eed van Hippocrates

De aanleiding van dit verhaal is het conflict dat in de boswachterij De Schoorlse Duinen is gerezen tussen Staatsbosbeheer en de provincie Noord-Holland enerzijds en een groep verontruste bosliefhebbers onder de burgers anderzijds. De inzet is de vernieling van een forse oppervlakte naaldbos achter de zeereep. Die stukken bos – totaal bijna 100 ha - moeten volgens Staatsbosbeheer en Provincie verdwijnen om de wind vrij spel te geven zodat het stuifduin van weleer terug kan komen en deel gaat uitmaken van een keten van z.g. grijze duinen die vanaf Denemarken langs de Noordzeekust tot in België reikt.

Maar dat stuifduin was begin vorige eeuw nu juist de reden om op die plek bos te planten. Destijds was het duin een grimmige zandwoestijn. Elke storm vanuit zee blies dikke lagen zand in de tuinen en op de daken van de huizen in de aangrenzende dorpen. De inwoners kregen schoon genoeg van zandscheppen en drongen er bij de autoriteiten op aan het duin vast te leggen.

Dat gebeurde aan het eind van de jaren twintig. Niet met helmgras, zoals gebruikelijk in de duinstreek, maar met naaldbomen die het onder die barre omstandigheden langer volhouden dan een helmbeplanting. De vraag was welke boomsoorten daar zouden kunnen overleven. De omstandigheden waren zo beroerd dat de bosbouwers na mislukte experimenten met inheemse boomsoorten uitweken naar Oostenrijkse en Corsicaanse den: ‘zwarte’ pijnbomen die in hun herkomstgebied bewijzen dat ze in zo’n boomonvriendelijk terrein kunnen gedijen.

Het lukte wonderwel. De zwarte dennen veranderden het ongastvrije stuifduin in een lieflijke oase waar de inwoners van Schoorl, Groet, Bergen en Camperduin en hun talloze toeristen graag vertoeven. De omwonenden houden van hun bos en willen niets liever dan dat het in stand blijft. Groot was dan ook hun ontzetting toen in 2016 houtoogstmachines het bos kaal kapten, gevolgd door bulldozers die de stobben er uit haalden, waarna een woestijnachtige vlakte overbleef. De motivering van Staatsbosbeheer en Provincie voor kaalslag was voor de burgers hoogst onbevredigend. De dorpsbewoners hadden geen boodschap aan het ecologenspeeltje grijze duinen en eisten hun bos terug.

Het conflict liep hoog op, maar het ziet er naar uit dat Staatsbosbeheer als boseigenaar en de Provincie als geldschieter het pleit gaan winnen. Dat het een Pyrrusoverwinning is en Staatsbosbeheer haar goede naam als betrouwbare bosbeheerder verliest is kennelijk van ondergeschikt belang. We zullen later in dit verhaal zien hoe Staatsbosbeheer probeert het verloren vertrouwen terug te winnen, maar bij de inwoners van de duindorpen is dat vertrouwen weg. Het zit me dwars, want ik heb lang en met veel voldoening voor die dienst gewerkt en het doet me pijn dat mijn Staatsbosbeheer zich zo door het slijk laat sleuren.

Schoorl is niet de enige staatsboswachterij waar ecologen bos vernielen om hun letterlijk laag-bij-de-grondse plannetjes door te drukken. Ook in de Gelderse Achterhoek is een actieve burgerprotestgroep ontstaan die zich keert tegen de kaalkap van staatsbossen in hun regio. Op de Amerongse Berg en op de Lemelerberg gebeurt hetzelfde, al is het protest daar (nog) niet georganiseerd. Gaat het in Schoorl, Achterhoek en Amerongse Berg om honderden hectaren vernield bos, in Flevoland hebben de ecologen een truc bedacht om duizenden ha bos naar de barrebiezen te helpen zonder dat het direct in het oog valt: vernatting. Ze stoppen de sloten af waardoor het grondwater opstijgt tot het maaiveld en de bomen langzaam, maar onafwendbaar verzuipen. De z.g. Stille Kern, in het hart van het Horsterwold biedt het intens treurige beeld van verdronken bossen. Ook in het Bremerbergbos, het Hollandse Hout en het Hulkesteinse Bos zijn de bomen welbewust met hun voeten in het water gezet en voeren ze een vergeefse strijd om te overleven. Het beeld van die stervende bossen is schokkend voor een bosliefhebber: alsof je gedwongen wordt naar een openbare executie te kijken. Maar voor ecologen werkt het aanstekelijk. Onlangs las ik in het huisorgaan van Staatsbosbeheer het verhaal van een boswachter die triomfantelijk meldde dat hij met die vernattingstruc een oud douglasbos in Drenthe had verzopen. Vreemd genoeg is er in de burgerij niemand die hiertegen protesteert, terwijl je zeker in de vlakke polder zou verwachten dat de inwoners zuinig zijn op hun bos. In Flevoland bestaat bovendien de unieke situatie dat het merendeel van 15.000 ha bossen die er tussen 1958 en 1980 zijn aangeplant op de beste landbouwgrond ter wereld staan. De boeren waren jaloers (begrijpelijk!) en wij, bosbouwers, waren er dolblij mee. Het Horsterwold is met 4000 ha een van de grootste loofbossen van Europa. Het kan zich op die prachtgrond ontwikkelen tot een legendarisch woud dat beroemde Europese loofbossen naar de kroon steekt, maar die gouden kans iets unieks tot stand te brengen is door dat verdronken bos in het hart van de boswachterij verkeken.

Doodzonde. Ik zal het woord misdadig niet noemen, hoewel ik als misdaadauteur in de verleiding kom. Wat hier gebeurt, onder het geloken oog van Nêerlands volk is iets om diep over na te denken. Dat mogen we helaas niet verwachten van de daders. Ecologen zijn zo verblind door hun eigen doeleinden dat ze burgerprotesten tegen de bosvernietiging vooral als hinderlijk beschouwen. Maar ik verwacht van de leiding van Staatsbosbeheer en de Provincie dat ze die protesten serieus nemen en bij zichzelf nagaan waarom zij, in het op twee na bosarmste land van Europa, hun oren laten hangen naar mensen die in naam van de natuur zo minachtend met ons aller bos omgaan.

In januari trad ik namens de burgerprotestgroep uit Schoorl, samen met twee andere oud-Staatsbosbeheerders, op als getuige-deskundige in een hoorzitting die Provinciale Staten had georganiseerd over de boskap in De Schoorlse Duinen. Het moest de apotheose worden van het conflict, maar deze hoorzitting werd een dieptepunt waarin ik ecologen op het spreekgestoelte teksten hoorde verkondigen die elke bosliefhebber de rillingen over de rug jagen. Het is duidelijk dat partijen niet bij elkaar komen. De prangende vraag blijft: hoe kon het zover komen?

Vandaar dit verhaal. Ik probeer te duiden waarom het zo uit de hand liep, wat de motieven van de ecologen zijn en ik bied een oplossing om te herstellen wat ze vernielden. Ik spits het toe op Schoorl, omdat ik door de protestgroep ben uitgenodigd, maar waar dat te pas komt zal ik ook iets zeggen over andere bedreigde bossen. Bovendien kunt u de meeste bezwaren die in Schoorl gelden één op één overplanten naar die andere bossen.

Of mijn oplossing van het conflict ook de oplossing wordt voor Staatsbosbeheer blijft uiteraard in het midden. Maar ik hoop dat mijn verhaal stemt tot nadenken en inkeer. Zo niet nu, dan wellicht in de nabije toekomst. Voor het te laat is en ecologen overal waar ze de kans krijgen Staatsbossen kappen ten gunste van hun korte- of nul-vegetaties. Ik wil de lezers die op welke manier dan ook bij de hier beschreven kwestie betrokken zijn een spiegel voorhouden.

Bos kappen om er stuifduin of hei van te maken is net zo absurd als het omgekeerde. Zelfs de meest notoire bosbouwer zal het niet in zijn hoofd halen een heideveld in zijn beheersgebied om te ploegen om er bos op te zetten of een eeuwenoud stuifzandgebied te bebossen. Maar in stand houden van bos is in ons vak een heilige plicht. Bosbouwers, waar ook ter wereld, hebben één allesbepalend principe dat net zo zwaar weegt als de eed van Hippocrates voor de medische stand: Bos blijft Bos. Dat principe is leidend voor dit betoog.




donderdag 3 december 2020

Waarom de huidige Bossenstrategie van minister Schouten is gebouwd op drijfzand.

Deze brief is geschreven namens het Landelijk Netwerk Bossen- en Bomenbescherming 

https://bos-en-bomenbescherming.nl/ 



per e-mail verzonden aan:  

de Cie leden van LNV van de Tweede Kamer, alle fractieleden van de Tweede Kamer, alle Provinciale Staten, alle Gedeputeerden, zoveel mogelijk gemeenten en zoveel mogelijk media.

maandag 23 november 2020

Open brief aan bosbeheerder Wijnand Francke van Natuurmonumenten

N.a.v. het artikel in de Stentor van 13 november jl:

Onbegrip om honderden gekapte bomen bij Ermelo: ‘Een slagveld’:

https://www.destentor.nl/ermelo/onbegrip-om-honderden-gekapte-bomen-bij-ermelo-een-slagveld~aa7c3564/

stuurde Jacob Vis (schrijver te Kampen) een brief aan bosbeheerder Wijnand Francke van Natuurmonumenten: 


Geachte heer Francke,

Gisteren las ik in deze krant uw argumenten om de ‘indringers’ uit uw bosbeheersgebied te verdrijven en het werd me koud om het hart. Heel even hoopte ik nog dat de journalist u niet helermaal goed had begrepen en dat u de woestelingen op crossmotoren of ATB-fietsen bedoelde die uw bospaden onveilig maken, maar nee: het ging over bomen en het stond er echt, ook als quote, dus ga ik er van uit dit het letterlijk uw tekst is: Wat we doen is het verwijderen van exotische bomen zoals Japanse lariks, Noord-Amerikaanse douglas en Amerikaanse eik. Indringers zijn het. Deze invasieve exoten verdringen de inheemse soorten, als we niks doen blijven alleen de exoten over.’’

Ga uw mond spoelen! Hoe haalt u het in uw hoofd! Douglas, lariks en Amerikaanse eik zijn geen indringers, maar boomsoorten die in de eerste helft van de vorige eeuw door echte bosbouwers in onze bossen zijn geplant om het bos te verrijken met buitengewoon fraaie bomen die, naarmate ze ouder worden een ware vreugde voor de bosliefhebber zijn. Helaas zijn die liefhebbers beschaafde mensen, zoals meneer De Haas die in het artikel aan het woord komt en uiten ze hun protest tegen uw sloopplannen op een nette manier, terwijl ze u met uw oren aan een douglas zouden moeten spijkeren met een bordje erbij: boommoordenaar.

In de Groene Amsterdammer staat deze week een vlammend stuk over de vernietiging van het Amazonewoud, waar Bolsonaro inmiddels 40% van het oerbos heeft laten vernielen. De gevolgen voor de wereld zijn desastreus, maar daar heeft Bolsonaro geen boodschap aan. In Brazilië is het doel op de vrijgekomen bosgrond biefstukken te fokken en veevoer te telen voor het vleesetende – dus grootste - deel van de mensheid. Dat verschaft hem in zijn ogen legitimiteit voor deze milieumisdaad.

Maar in uw bos is geen sprake van een ‘nuttig’ doel om bomen te slopen. Bij u gaat het om pure vreemdelingenhaat, gelardeerd met het argument dat ‘er na vijf tot zes jaar weer nieuw bos staat.’ Hebt u wel eens zo’n jonge natuurlijke bezaaiing van groveden of berk van dichtbij bekeken? En hebt u wel eens gezien wat daar 20, 30 jaar later van terecht komt? Neemt u van mij aan, heer Francke, dat het Nederlandse bos zonder uw indringers oneindig veel minder lieflijk en rustgevend zou zijn. Als we het moesten hebben van inheemse boomsoorten dan was uw Leuvenumse bos een armoedig zootje bomen, waar vermoedelijk niemand zich druk zou maken als het zou verdwijnen.

Laat het bos met rust! En als u toch met alle geweld uw niet-inheemse bomen wilt slopen kom dan niet met de smoes dat het gaat om ‘natuurbelangen’ maar kom er net als Bolsonaro rond voor uit dat het gaat om het gewin. Douglas en lariks brengen geld op. Het zijn gewilde boomsoorten in de rondhouthandel en dus loont het om ze te slopen.  Maar een beheerder met hart voor zijn bos zet alles op alles om ze te behouden. Zonder exoten is de belevingswaarde van uw bos nihil. 

Luister eens naar uw bosbezoekers.




dinsdag 17 november 2020

'Verdroging van de Nederlandse natuur: Bijna een halve eeuw goed onderzoek en falende politiek'.

Op het webinar van Water Natuurlijk op 13 november 2020 hield ecohydroloog Flip Witte een lezing over het verdrogingsprobleem. 

Hij ging vooral ook in op de oplossingen. 

Waterschappen kunnen er op korte termijn al voor zorgen dat de (te snelle) afwatering van landbouwgebieden niet meer is toegespitst op de 5 procent allernatste percelen. Ook kunnen ze bufferzones met een hogere grondwaterstand instellen rondom natuurgebieden.

Nieuwe bosaanplant zou bij voorkeur niet op de hoge zandgronden als de Veluwe moeten komen, maar in de lagere zones daaromheen. 

In dit artikel van Flip Witte e.a. in het blad Stromingen (2020) wordt dieper ingegaan op de achtergronden van de verdroging.

https://www.ecohydrologie.nl/wp-content/uploads/2020/07/041850_NHV_00_Stromingen-2-2020-06-ARTIKEL-WITTE-HR.pdf








zondag 1 november 2020

BOOM VAN HET JAAR 2020

In 2019 is de Brabantse ‘Heksenboom van Zwarte Kaat’  op een mooie 4e plaats geëindigd bij de verkiezing van ‘The European Tree of the Year’. Op 15 oktober jl. is bekend gemaakt welke van de 12 bomen genomineerde bomen ‘Boom van het Jaar 2020’ is geworden.

De winnaar is: de Moeierboom in Etten-Leur met een overweldigende meerderheid van 3593 stemmen.


 Foto: Frans van der Bom

De Moeierboom, op de kop van de markt in het centrum van Etten-Leur, is een grootbladige linde. Dit groene monument werd omstreeks 1675 geplant. De naam moeier (moeder) dankt de boom wellicht aan het feit dat het de oudste boom op de Markt is. Een andere verklaring is dat uit de stam scheuten schieten, waarvan jonge bomen worden gekweekt. In de middeleeuwen werd op deze plaats vermoedelijk recht gesproken. Foto: Frans van der Bom
 
De winnaar van ‘De Boom van het Jaar 2020’ dingt in 2021 ook mee naar de titel van European Tree of the Year.  

BRON: NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN!natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl



OUDE BOMEN MOET MEN NIET VERPLANTEN

Dit spreekwoord zit bij iedereen in het hoofd. Veel mensen relateren dit letterlijk aan de boom zelf, maar dat is een misvatting. Het heeft betrekking op oude mensen die moeite hebben om aan een nieuwe woonomgeving te wennen.


Het is jammer dat men denkt dat de leeftijd van een bejaarde persoon gelijk staat aan de leeftijd van een oude boom. Hier is het spreekwoord van toepassing: je kunt geen appels met peren vergelijken. Zo beweren sommigen dat de dikste linde van Nederland, de linde van Sambeek, wel 1000 jaar oud is. Deskundigen houden het op 400-500 jaar. In dat geval heeft een linde van 100 jaar, in mensenlevens gerekend, de jeugdige leeftijd van slechts 20 jaar! De boom moet dan wel vitaal en in goede conditie zijn. Helaas is Nederland een land waar het voor een oude boom slecht toeven is. Onze bomen worden continu van alle kanten bedreigd en veel bomen in onze steden takelen om die reden vervroegd af.

Dan zijn er nog mensen die denken dat alleen bepaalde sterke boomsoorten verplant kunnen worden. De basisregel luidt dat elke boom verplantbaar is, maar de ene beter dan de andere. En dat heeft niet alleen met de boomsoort te maken. De grootste en zwaarste boom die ooit succesvol is verplant door Nationale Bomenbank was een Quercus robur (zomereik) van 125 jaar oud. Deze boom had een kluit van 10 bij 10 bij 2 meter en een gewicht van 360 ton, en toch bleek het mogelijk deze 'moeilijk verplantbare boomsoort' succesvol te verplanten. Nu, acht jaar later, staat de boom er nog steeds vitaal bij.


Bron: Boomzorg.nl via NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN!natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl


zaterdag 12 september 2020

NEDERLANDER ONTDEKT NIEUWE WIEROOKBOOM

Ooit was wierook een van de meest verhandelde producten ter wereld. Naar de geurige hars van de wierookboom is zelfs een belangrijke handelsroute genoemd, die zich uitstrekte van Somalië tot India. Wereldwijd komen ruim twintig soorten van dit soort bomen voor. De Nederlandse bioloog Paul Scholte heeft onlangs, bij toeval, een nieuwe wierookboomsoort ontdekt.

In totaal zijn er 24 wierookboomsoorten. Op het eiland Socotra bij Jemen kwam Scholte jaren geleden enkele wierookbomen tegen. Na onderzoek blijkt nu dat het gaat om een nieuwe soort voor de wetenschap: De Samha wierookboom. Een soort met een extreem klein verspreidingsgebied, bekend van slechts 7 grote rotsblokken. Het eiland Socotra was vroeger het centrum van de wierookteelt, maar dat is nu vrijwel gestopt. 
Wierook wordt gemaakt van de afgetapte hars van de wierookboom. Ethiopië is de grootste wierookproducent in de wereld. De wierook die daar wordt gefabriceerd, wordt gebruikt in parfums, geurstokjes en kerken.  Uit onderzoek van de Universiteit van Wageningen blijkt dat verschillende soorten van de wierookboom op veel plekken in de wereld achteruitgaat.

Bron: BNNVara/ via NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN!natuurlijk: 

www.groen-natuurlijk.nl



ACTIE TREETAG

Deze zomer zijn op diverse plekken in Nederland bomen voorzien van een TreeTag. De posters van de organisaties Treeconomics en Pius Floris Boomverzorging zijn op meer dan 150 locaties verspreid door Nederland, België, Engeland en Zweden. Met deze actie wordt aandacht gevraagd voor het belang van bomen. Op de posters staat bijvoorbeeld vermeld hoeveel luchtvervuiling de boom afvangt en hoeveel zuurstof de boom levert. Op een rode beuk staat de volgende informatie vermeld:

Met speciale software wordt de financiële en maatschappelijke waarde die een individuele boom of een specifiek bomenbestand levert aan zijn omgeving gekwantificeerd. Dit levert waardevolle data op voor beleidsmakers, planologen en boombeheerders. Het gaat onder meer om de hoeveelheid gefilterde fijnstof, de uit de lucht onttrokken CO2, de opslag van koolstof, de afvang van regenwater en de productie van zuurstof.

Het grote publiek beseft niet altijd hoe belangrijk bomen zijn. Daarom vinden zij het belangrijk dat iedereen weet dat bomen regenwater vasthouden, zuurstof leveren, de temperatuur in steden leefbaar helpen houden en luchtvervuiling afvangen. Bewoners kunnen ook zelf hun eigen lievelingsboom voorzien van een TreeTag. Deze TreeTag is te bestellen via de website van Pius Floris Boomverzorging.

Bron: Pius Floris Boomverzorging/ via NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN!natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl




woensdag 2 september 2020

Zal Natuurmonumenten recht doen aan de wens van hun leden inzake kaalkap?

Geachte heer Van den Tweel,

Het Landelijk Netwerk Bossen- en Bomenbescherming (https://bomenachterhoek.blogspot.com/2019/08/landelijk-netwerk-bossen-en.html ) is zeer verontrust over het voornemen van minister Schouten om de norm van 0,5 ha kaalkap te standaardiseren in haar Bossenstrategie.

Zoals wij met regelmaat uit publicaties van Natuurmonumenten mogen concluderen, deelt ook uw organisatie onze zorgen betreffende ons (groene) leefmilieu en delen we –in uw woorden- “dezelfde passie: het koesteren, beschermen en versterken van de Nederlandse natuur in al haar verscheidenheid”.

De door de minister geïnitieerde norm van 0.5 hectare reguliere kaalkap is niet verenigbaar met een zorgvuldig omgaan en goed behoud van groen erfgoed, zoals ook wordt bepleit in het rapport van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (okt. 2019).

Toepassing van deze norm zal leiden tot vernietiging van ecosystemen, bodemdegradatie, verlies van biodiversiteit en bosverlies; nog eens benadrukt door de grove wijze waarop wordt gewerkt.

Wij zijn verheugd te kunnen constateren dat dit slechte plan van de minister, om de 0.5 hectare kaalkap als regulier beheer van onze bossen te standaardiseren, veel weerstand oproept in ons land.

Wij nemen aan dat ook uw organisatie, tevens als deelnemer aan de coalitie met Urgenda, geen voorstander is van dit vergaande en desastreuze beleidsvoornemen; daarmee ook recht doend aan de wens van uw leden, waarvan het overgrote deel al via uw enquête van voorjaar 2019 liet weten tegen bomenkap te zijn  

https://www.natuurmonumenten.nl/nieuws/persbericht-natuurmonumenten-wijzigt-omgang-met-bos-en-bomen.

Derhalve is onze vraag aan u:

Welke stappen heeft u inmiddels ondernomen om de minister te overtuigen dat reguliere 0,5ha kaalkap, zeker in deze tijden van klimaatverandering, niet goed is voor ons bos –zoals zij blijkbaar meent- maar  juist zeer schadelijk en derhalve niet meer acceptabel is en daarom uit de Bossenstrategie dient te worden geschrapt?

Uw reactie zullen wij zeer op prijs stellen en zien wij dan ook met belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Namens het Landelijk Netwerk Bossen- en Bomenbescherming,


Marjan Houpt; Bomenstichting Achterhoek, 
Joke Volkers-Vos; Stichting ter Behoud van het Schoorlse en Noord-Kennemer duingebied, 
Mieke Vodegel;  Stichting de Woudreus, (juriste N2000)




maandag 6 juli 2020

Monumentale boom van de toekomst

Landerd (NB) is de eerste gemeente die meedoet aan het project, dat tot doel heeft om monumentale bomen weer een kans te geven. Het idee is dat inwoners op hun eigen perceel grond ter beschikking stellen en kunnen garanderen dat de boom de ruimte heeft om in honderd jaar tijd uit te groeien tot een monumentale boom.

In maart werd in Reek de allereerste boom geplant, een zoete kers, als aanvoerder van een reeks nieuwe bomen.
Hierna volgen in Landerd nog twaalf andere bomen. Inmiddels is ook de gemeente Oss aangesloten bij het project. Daar worden dit najaar tien monumentale bomen van de toekomst geplant.

Informatie over de ‘Duurzaamste boom van Nederland’ : klik hier

 


Bron: NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN!natuurlijk:

zaterdag 4 juli 2020

Grondwater niet verspillen

Het grondwater, ook de bron van ons drinkwater en essentieel voor bomen, wordt nog steeds niet serieus beheerd door het Waterschap. 
Het waterpeil is vaak veel te laag, waardoor de wortels onvoldoende water kunnen opnemen.

Het Schap is vooral bezig met water afvoeren als het even te nat is voor de landbouw.
Terwijl ook ondanks de droogte nog steeds onbekommerd mag worden beregend uit grondwater. Vaak ook op puur commerciële gewassen als bloembollen en mais. Een extra aanslag op de voorraad grondwater.
Na twee kurkdroge zomers en met de huidige droogte is nog duidelijker geworden dat dit pure verspilling is van kostbaar water.
Ons huidige watersysteem is ook helemaal niet ingericht op zuinig omgaan met water.
Het is vooral ingericht naar de wensen van de moderne landbouw.
Dat is geen wonder, want de agrarische sector is zwaar oververtegenwoordigd in het Algemeen Bestuur van het Waterschap.
Met als gevolg: water afvoeren in het voorjaar om zo vroeg mogelijk op het land te kunnen voor bemesting. En als het dan weer te droog is: de grondwatervoorraad aanspreken.
Zoiets noem je van twee walletjes eten, iets wat heel schadelijk is voor de publieke belangen van drinkwatervoorziening en natuur en dus ook voor de bomen..


Ecoloog Patrick Jansen, hoofddocent aan de Wageningen Universiteit, schrijft in zijn column in Trouw van 5 juni jl. over de plundering van ons grondwater:

Verder gaat hij op de site H2O in op de vele reacties op de column:


donderdag 4 juni 2020

Minister Schouten neemt maatschappelijke onrust omtrent Bomenkap niet weg!

Op 9 juni as. overlegt de Vaste Kamercommissie LNV met Minister Schouten. Het gaat vooral om de door de Minister geïnitieerde norm van 0,5 hectare reguliere kaalkap die leidt tot vernietiging van ecosystemen, bodemvernietiging, verlies van biodiversiteit en bosverlies.
Daarom zonden wij deze brief op dinsdag 2 juni aan de Tweede Kamer:

Uit alle kamerstukken van de Minister komt naar voren dat zij niet van plan is om de kaalkap van 0.5 hectare op te geven. Zij lijkt daarmee meer de commerciële kant van Staatsbosbeheer te kiezen dan die van natuurbeschermers. Een kwalijke zaak. In haar verklaring dat dit nodig is voor de biodiversiteit geeft zij duidelijk aan dat de kreet “biodiversiteit” een holle frase is geworden en als kreet misbruikt wordt als alibi om bomen-en bossenkap te plegen.

Enerzijds wordt er in de Bossenstrategie gesproken over maatwerk, maar anderzijds worden stukken van 0.5 hectare rucksichtslos gekapt inclusief bodemvernieling, biodiversiteit vernieling en bosvernieling. Waar het maatwerk zich in een Bossenstrategie dan op moet richten is een raadsel.
Onder het bewind van Minister Schouten heeft de Nederlandse Natuur al veel schade opgelopen en zal nog onnoemelijk veel schade oplopen.
De minister mag dan, bijna trots, constateren dat "voor vrijwel alle voorstellen uit de initiatiefnota geldt dat deze ofwel zijn meegenomen in de ambities en doelen van de Bossenstrategie ofwel al in uitvoering zijn",  dit had echter nooit mogen gebeuren zonder dat de Bossenstrategie in alle onderdelen compleet en volledig was, alle partijen gehoord waren en in zijn geheel degelijk geëvalueerd. Opvallend is nog steeds het gemis van een goede bossen-en bomenbescherming en plan van aanpak voor een goede bosbouw, aanwas-voorraad en hoe, of en waar uit te dunnen en niet zoals nu gebeurt, uit te roeien!
Als generaties na ons over bossen willen beschikken, (maar wij willen dat nu ook nog graag!) dan is het hard nodig dat de 0.5 hectare kaalkap hier en nu Stopt!
De haast van Minister Schouten om toch vooral te kappen, zo snel mogelijk en zo goedkoop mogelijk, valt niet te rijmen in deze tijd. Een pas op de plaats is hard nodig, bomen kun je altijd toch nog kappen? Nu de PAS maatregelen ineens GAS maatregelen heten lijkt het me beter eerst maar eens goed te onderzoeken of er niet gewoon PAS maatregelen genomen worden in onze weinige natuur om vergunningen uit te geven.
Wij rekenen op u!
Met vriendelijke groet,
Joke Volkers, Stichting ter behoud van het Schoorlse-en Noord-Kennemerduingebied
Marjan Houpt, Bomenstichting Achterhoek
Mieke Vodegel, Stichting De Woudreus
Oprichters Landelijk Netwerk Bossen-en Bomenbescherming



zaterdag 16 mei 2020

Geen beregeningsverbod

Op 16 maart jl. stond in de Gelderlander dat op de hogere zandgronden de stuwen weer open stonden en de gemalen weer draaiden om het water weg te krijgen.
Uiterst vreemd om na twee kurkdroge zomers zo om te gaan met kostbaar water.
Welke les is er eigenlijk geleerd in het waterbeheer?
Op dit moment (17 april) is het alweer kurkdroog en heeft men het onlangs nog afgevoerde water hard nodig.
In de Gelderlander lees ik echter dat er voorlopig geen beregeningsverbod komt.
We blijven dus gewoon doorgaan met het interen op de (drink)watervoorraad.
Ondertussen vraagt Vitens ons in het Nos-journaal om veel zuiniger om te gaan met drinkwater.
Eigenlijk is er ook geen touw vast te knopen aan het waterbeheer in Nederland.

Gerrit Krajenbrink
hydroloog

De Heurne





zondag 10 mei 2020

Veel BOOM

Bijzondere buitenlandse bomen, teksten over bomen, bomenlinks, bomencuriosa... u vindt het op deze website;

http://www.cubra.nl/bomen/welcome.htm


De kastanjelaan van Vinderhoute (B)





vrijdag 24 april 2020

Stille wachters

Gedicht van Pauline de Vries.


Stille wachters
Daar staan ze te groeten
langs paden en wegen
en spreiden hun mantel
boven ons uit.

Om ons te beschermen
voor zon en voor regen.
Het zijn stille wachters
bij leven en dood.

Ze vertellen verhalen
van eeuwen geleden
van oorlog en vrede
van liefde en pijn.

Ze wijzen de weg
op een kruispunt van wegen.
Waar zouden wij zonder
de bomen zijn.






woensdag 1 april 2020

WILDE BOMEN EN STRUIKEN

In de afgelopen dertig jaar zijn in Nederland veel groeiplaatsen van de wilde, ofwel autochtone, bomen en struiken in kaart gebracht.

De Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed (RCE) heeft deze informatie als Atlas van het landschappelijk groen erfgoed van Nederlandonline gezet. Door het intensieve onderzoek zijn soorten ontdekt waarvan nagenoeg onbekend was dat ze nog in Nederland voorkwamen, zoals de fladderiep en bepaalde wilde rozen- en meidoornsoorten. Ook van wilde appel en wilde peer, voorouders van ons cultuurfruit, kwamen hier en daar groeiplaatsen aan het licht.


Maar het gaat niet goed met de wilde bomen en struiken in Nederland. De helft van de circa 100 soorten is zeldzaam en wordt bedreigd. Enkele zijn al regionaal en zelfs landelijk uitgestorven. De zorg voor de wilde bomen en struiken is sterk onderbelicht bij het beheer van beschermde oude boskernen en houtwallen, ook bij Natura 2000-bossen.


Daarom is het rapport Behoud groen Erfgoed, Plan voor het behoud van bedreigde wilde bomen en struiken in Nederland opgesteld. In dit plan wordt de enorme achteruitgang geanalyseerd en is een stappenplan voor behoud en beheer opgenomen.
Bron: Nature Today via 
NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN!natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl



dinsdag 31 maart 2020

Nieuwsbrief m.b.t. Slangenburg en Staatsbosbeheer

Nieuwsbrief van het Comité Matiging Kapbeleid Slangenburg, d.d. 31 maart 2020


Beste sympathisanten en belangstellenden,

Exploitatie Slangenburg in cijfers
In de Achterhoek is de veranderde koers die sinds de privatisering van Staatsbosbeheer (SBB) is ingezet duidelijk merkbaar. Overal liggen de boomstammen metershoog opgestapeld en trekken de  sporen van oogstmachines diepe voren in de bosgrond. Op landgoed de Slangenburg  is de houtoogst sinds 2011 verdubbeld. Naast ingrijpend onderhoud is bijna 60 % aangemerkt als productiebos. Dat betekent brede kappaden, vergaande uitdunning en kaalkapvlaktes. Boswachterij Ruurlo bestaat voor zo’n 80% uit productiebos en hier is de oogst zelfs verviervoudigd. Nergens is het bos beschermd. In de bijlage ziet u onze indrukken bevestigd in de houtoogstcijgers die we hebben opgevraagd bij SBB.
SBB beweert dat 1/3 van haar areaal uit natuurbos bestaat maar waar deze bossen zich bevinden weet niemand. De enige natuur die wordt gepresenteerd is gesubsidieerde wensnatuur waarvoor bomen moeten wijken. Niet alleen het bosoppervlak maar ook het aantal bomen is schrikbarend afgenomen. Juist nu bomen in deze tijd van klimaatverandering van essentieel belang zijn.
Hoewel Nederland één van de dunst beboste landen van Europa is wordt er zwaar ingezet op houtoogst van eigen bodem. Als men weet dat het huidige aandeel van SBB slechts 2% van de Nederlandse houtvraag omvat is de prijs die betaald wordt in verlies aan landschapsschoon en schuilplekken voor wild erg hoog.

Beuken bij het kasteel
Rechts bij de toegangsbrug naar het kasteel zijn 2 oude beuken gesnoeid. De manier waarop de beuken gesnoeid zijn wordt doorgaans alleen toegepast bij topsterfte aangezien de kans op herstel nihil is. Enkelen van ons waren toevallig aanwezig bij de snoeiwerkzaamheden en van enig zorgvuldig maatwerk was geen sprake zoals het resultaat ook laat zien. Wij hebben SBB hierop aangesproken.



Beekbegeleidende bosstrook verwijderd
Achter de pachtboerderij aan de Brunsveldweg 9 is een oude, beekbegeleidende bosstrook verwijderd. Onbegrijpelijk aangezien juist houtsingels en  bosstroken een verbindingszone vormen voor verschillende bosschages, dekking bieden aan wild, enorm belangrijk zijn voor de biodiversiteiten en bij uitstek kenmerkend zijn voor het Achterhoekse landschap. 

Desgevraagd wist SBB te melden dat de strook per ongeluk verwijderd is als gevolg van een miscommunicatie met de uitvoerder, die alleen de vegetatie die de waterloop blokkeerde zou verwijderen. 

Wij vinden het moeilijk te begrijpen dat een hele bosstrook verwijderd is door miscommunicatie. De uitvoerder is enkele dagen bezig geweest, de stronken zijn gefreesd en alles is verwerkt tot houtsnippers die hoog liggen opgestapeld naast de nabij gelegen vakantiewoning.Met enige welwillendheid geeft het op z'n minst een ontluisterende inkijk in de werkwijze van SBB. De vernielde bosstrook zal decennia nodig hebben om te herstellen. We hebben hiervan melding gemaakt bij de Provincie. De Provincie heeft gehandhaafd en SBB een herplantplicht opgelegd die nog dit jaar navolging dient te krijgen. 



Beekbegeleidende bosstrook verwijderd
Pachtgronden Brunsveld
Voor de verkoop van de woning zijn de pachtgronden van Brunsveldweg 9 los gekoppeld van de boerderij. Voorheen werden deze gronden biologisch beheerd maar momenteel worden ze verpacht voor reguliere landbouw. Op de ambitiekaart van de Provincie staan ze echter aangemerkt voor omvorming naar nieuwe natuur in 2020. Wij hebben SBB gevraagd hoe zij de natuurambitities denken te gaan realiseren en zijn nog in afwachting van een antwoord.

Bossenstrategie
Begin februari werd door het ministerie van LNV en de gezamenlijke provincies een eerste opzet in de nieuwe bossenstrategie openbaar gemaakt. Comité Matiging Kapbeleid Slangenburg zat.als onderdeel van het Landelijk Netwerk Bomen- en Bossen bescherming op 15 januari aan tafel met de projectleiders. 
Onze stem en die van vele burgers en natuurbeschermers die de laatste tijd hun kritiek hebben geuit op het huidige beleid van SBB is niet gehoord. Men gaat door met het omvormen en exploiteren van onze bossen en zet qua houtoogst zelfs nog een tandje bij.
Biomassa aanmerken als duurzame energie lijkt niet lang meer houdbaar. Vooralsnog echter zijn in het Aaltens Goor de singels tot op de bodem afgesnoeid en tot houtsnippers verwerkt. Evenzo in Natura 2000 gebied Willinks Weust. 


Willinks Weust


In de Slangenburg is een oude beekbegeleidende bosstrook verwijderd. Besef hierbij dat SBB als 100% aandeelhouder van Energiehout BV contractueel gebonden is aan de levering van biomassa.
Een nieuw verdienmodel is compensatie natuur combineren met bouw en energieopwekking. Hoe listig om de weerstand tegen windmolenparken te pareren door er een paar bomen te planten en te verkopen als nieuwe natuur.
Men zet in op een toename van landschapselementen waarbij het economische nut voorop staat. Dus geen behoud van eeuwenoude houtsingels als cultureel erfgoed maar bijvoorbeeld een groene schaamlap om een solarpark. Daken en industrieterreinen blijven onbenut.
De beloofde 37000 ha nieuw bos lijkt te gaan bestaan uit trieste jonge aanplant tussen de windmolens die het niet gaat redden bij toenemende droogte en zonder de ondersteuning van een robuuste bosbiotoop. Ondertussen gaat de kap in de bestaande bossen gewoon door. Men schijnt zich niet te realiseren dat het decennia duurt voor jonge aanplant een volwassen bos kan vervangen.
Na breed gedragen kritiek op het huidige bosbeleid hadden natuurorganisaties hun hoop gevestigd op de nieuwe bossen strategie. Echter wordt de ecologische- en landschappelijke waarde van onze bossen andermaal ondergeschikt gemaakt aan economische belangen. Het wordt tijd dat onze regering de urgentie gaat inzien van de situatie waarin onze leefomgeving zich bevindt en concrete maatregelen gaat nemen. Te beginnen met het behoud van onze bossen als volwaardige natuur.

Met vriendelijke groeten,

Comité Matiging Kapbeleid Slangenburg