Opiniestuk via het Landelijk Netwerk Bossen-en Bomenbescherming.
Een groot deel van onze Nederlandse natuur, 270.000 ha, valt onder het beheer van Staatsbosbeheer. Aangezien de Nederlandse natuur onder druk staat zou je verwachten dat Staatsbosbeheer als publieksrechtelijke organisatie prioriteit geeft aan het beschermen van deze natuur. Dat is ook het beeld dat wordt uitgedragen tijdens TV programma’s zoals 'Vroege Vogels' en 'Binnenste Buiten'.
De realiteit is echter dat Staatsbosbeer het laatste decennium zijn focus heeft verlegd naar de houthandel en evenementenbranche ten koste van natuurbehoud.
Tussen 2013 en 2017 is het Nederlandse bos afgenomen met 5400 ha. Het aandeel van Staatsbosbeheer hierin is een afname van 1680 ha, zo’n 3360 voetbalvelden. Hoewel Nederland tot één van de dunst beboste landen van Europa behoort, wordt het merendeel van de houtoogst geëxporteerd naar bosrijke landen als België, Duitsland en Luxemburg. Samen met de Belgische houtverwerkingsgigant IBV werkt Staatsbosbeheer aan de totstandkoming van een nieuw, grootschalig houtverwerkingsbedrijf van Wood Trading & Technologies in Delfzijl. Met het resthout voldoet Staatsbosbeheer zijn leveringscontracten aan verschillende biomassacentrales waarbij men zich beroept op een achterhaald duurzaamheidsideaal dat alleen maar leidt tot meer CO2 uitstoot.
Zelfs al zou Staatsbosbeheer het rondhout beschikbaar stellen voor de Nederlandse houtmarkt, dan kan het momenteel in slechts 3% van de nationale houtvraag voorzien. Men kiest ervoor deze te laten stijgen ten koste van de laatste Nederlandse bossen. Deze handel voltrekt zich binnen een Sywert van Lienden-achtige constructie van BV’tjes en joint ventures.
Zo verkocht Hoofd Productgroep biomassa Henk van Wanningen houtsnippers aan zichzelf als directeur van Bio Enerco, die dit doorverkoopt aan o.a. Vattenvall. En Staatsbosbeheer medewerker Zwier van Olst was directeur van SBB Projecten BV en Energiehout BV en verzorgde als externe FSC keurmeester de certificering voor zijn eigen biomassa..
Om deze lucratieve handel ten volste te benutten creëert Staatsbosbeheer volop nieuwe natuur. Daarbij worden zonder uitzondering bosrijke gebieden vervangen door bosarme heidevelden, duinen en natte natuur. Men strijkt via het Subsidie Natuur en Landschap (SNL) flinke bedragen aan subsidie op en de bomen worden verkocht als hout en biomassa. Een win-win situatie.
Maar Staatsbosbeheer plant toch ook veel nieuwe bossen aan?
Dat valt nogal tegen, de beloofde 37000 ha nieuw bos is nog
lang niet gerealiseerd, waarbij tevens aangemerkt dat een gedeelte hiervan
verplichte herplant is vanwege kap. Bovendien krijgen deze bossen veelal een
productiefunctie, waardoor slechts 6% van de bomen ouder mag worden dan 100
jaar. De natuurlijke levensduur van een beuk is zo’n 150 tot 200 jaar en eiken
en linden kunnen vele malen ouder worden. Van de vorming van een uitgebalanceerd
ecosysteem is dus geen sprake. Staatsbosbeheer noemt dit trouwens geen
productiebossen maar “multifunctionele bossen”. Men schat blijkbaar in dat de 21e eeuwse
mens ondertussen zo afgestompt is dat ie blijmoedig tussen de boomstoppels paradeert.
En die 1/3 deel natuurbos waar Staatsbosbeheer herhaaldelijk mee schermt? De zogenaamde collectie van 'bosparels'?
Dat zijn de bossen met een zeer hoge recreatiedruk vol wandel-
en fietspaden (niet zelden opgevuld met schadelijk natuuronvriendelijk afval). De bossen waar Staatsbosbeheer ook graag allerlei evenementen
organiseert zoals rally’s, nachtwandelingen en outdoor runs. Dit staat ver af
van het beeld van een natuurlijk bos dat floreert bij rust en een natuurlijke
ontwikkeling. Bovendien telt men voor het gemak, om maar tot dit jubelend uitgedragen
percentage te komen, ook singels en bossnippers mee.
Staatsbosbeheer
organiseert een groot nachtelijk evenement in Natura 2000- gebied Elswout; een
bioscoopvoorstelling met honderden bezoekers en horeca.
De onlangs ontwikkelde bossenstrategie die nog door de kamer
geloodst moet worden zou paal en perk moeten stellen aan de exploitatie van
onze bossen maar deze ademt duidelijk de invloed van Staatsbosbeheer. Na een
lyrische lofzang op de schoonheid van bos en beemd wil men de houtoogst toch
vooral laten groeien want: “Een lichte toename is wenselijk omdat mensen zich
meer verbonden kunnen voelen met het bos via het gebruik van hout en waardering
voor het product.” Met het opvoeren van dergelijke absurde argumenten lijkt
men andere belangen te willen verdoezelen.
De natuur mag alleen bestaan als het een economisch doel dient zoals houtvoorziening, decor voor evenementen en plaats biedend aan woningbouw, natuurbegraafplaatsen, zonneparken (met een schaamlap groen eromheen) en windmolens. Nergens mag de natuur gewoon natuur zijn, terwijl het voortbestaan van ons ecosysteem de allerhoogste waarde vertegenwoordigt; namelijk het bieden van een biotoop aan het leven op onze planeet. Staatsbosbeheer, de organisatie die onze laatste natuurlijke bossen zegt te beschermen, vormt in de praktijk zelf de grootste bedreiging en kan daarbij helaas ongecontroleerd zijn gang gaan, want het systeem zit in ons land zo in elkaar dat Staatsbosbeheer zichzelf mag controleren; een o.i. zeer ongewenste, ongezonde en schadelijke ‘Slager Eigen Vlees’ situatie.