zaterdag 7 december 2019

OPEN BRIEF: Dringend verzoek pas op de plaats te maken met natuuromvormingen en natuurherstelmaatregelen.

Gezien de subsidies die worden verstrekt m.b.t. “natuuromvormingen en natuurherstelmaatregelen” zien wij hoe overheden en natuurbeheerders in toenemende mate hierop inspelen. 
Men gaat voor “wensnatuur”; niet zelden met onomkeerbare schadelijke gevolgen die van te voren niet zijn ingecalculeerd, maar wel voor de hand lagen.
Tot op heden is hier nauwelijks geëvalueerd. 
Tevens dient, naast natuur, ook rekening te worden gehouden met landschap en cultuurhistorie.


Daarom hebben wij op 2 december, mede namens het Landelijk Netwerk Bossen- en Bomenbescherming, onderstaande Open Brief verzonden aan: 
Alle fracties van de Tweede Kamer der Staten Generaal
College van Gedeputeerden, Fractievoorzitters en Griffies van alle Provinciale Staten
CC:
Minister Carola Schouten
Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de Landschappen
Media.

Betreft: OPEN BRIEF: Dringend verzoek pas op de plaats te maken met natuuromvormingen en natuurherstelmaatregelen.

02 december 2019

Geachte heer, mevrouw,
Bij deze schrijven wij u, mede namens de 48 deelnemers aan het Landelijk Netwerk Bossen- en Bomenbescherming, (http://bomenachterhoek.blogspot.com/2019/08/landelijk-netwerk-bossen-en.html), met het dringende verzoek nu pas op de plaats te maken met omvormingen en met natuurherstelmaatregelen, zoals bijv. momenteel zowel in het Stelkampsveld in de gemeente Lochem en als ook in de Schoorlse duinen, die beide door de regionale en zelfs ook landelijke media al enige tijd regelmatig onder de aandacht worden gebracht.
De aanleidingen hiertoe zijn o.a. de volgende:

1. De meeste bosomvormingen hebben inmiddels in toenemende mate geleid tot protesten vanuit het publiek. Niet in de laatste plaats door de te vaak weinig transparante/ democratische wijze van besluitvorming inzake dit soort plannen. Opvallend is tevens dat er vrijwel nooit alternatieven worden gepresenteerd, terwijl die vaak zeker te bedenken zijn; waar een wil is..
Dit was reden voor Minister Schouten van LNV om een nieuwe bosstrategie op te stellen. Gezien het feit dat dat proces nog steeds in volle gang is; is het o.i. derhalve verstandig hierop niet vooruit te lopen. Hieruit zal naar alle waarschijnlijkheid de conclusie voortkomen dat er veel meer bos dient te komen en bestaand bos gespaard dient te worden, dus lijkt het beter om nu pas op de plaats te maken met het omvormen van natuur/ bos dat er al is. Wij schreven een reactie op deze Kamerbrief Bosstrategie en hebben deze augustus jl. aan minister Schouten verzonden: https://bomenachterhoek.blogspot.com/2019/08/reactieop-de-kamerbrief-van-de-minister.html.

2. De compensatie van reeds plaatsgevonden omvormingen is intussen nog nauwelijks van de grond gekomen. Tevens verdient de kwaliteit van wat wèl is gerealiseerd dringend evaluatie. Bijv. Dwingelderveld: omvorming naar heide heeft geresulteerd in wilg, berk, els en pijpenstrootje en slechts incidenteel een dopheideveld; kosten 
€ 24miljoen. 


Dwingelderveld
Bosomvorming naar heide; 7 jaar later
Heide?.
.
Tevens resulteerden andere omvormings- c.q. natuurherstelgebieden in bijv. veel mossen dan wel brandnetelstruiken en zelfs Japanse Duizendknoop. (Die vervolgens geklepeld worden met dodelijk gevolg voor bijv. egels).
Stelkampsveld is niet alleen natuur maar ook een karakteristiek kleinschalig multifunctioneel landschap, dat door de aangekondigde maatregelen voorgoed zal verdwijnen.
Bij het omvormen van bossen dient, afgezien van natuur, ook rekening te worden gehouden met landschap en cultuurhistorie.

3. De Omgevingswet is nog niet effectief ingevoerd; bovendien zijn hierover nog twijfels in het parlement (zie NRC https://www.nrc.nl/nieuws/2019/11/27/omgevingswet-bureaucratisch-wonder-zwaar-onder-vuur-a3981946), dus de wettelijke basis is nog niet zuiver. In het verleden uitgevoerde natuurherstelmaatregelen dienen te worden geëvalueerd. Het heeft (nog) niet opgebracht wat werd beoogd terwijl hiertoe nog steeds gezonde bossen worden gekapt.

4. In het verleden uitgevoerde natuurherstelmaatregelen dienen te worden geëvalueerd. Het heeft (nog) niet opgebracht wat werd beoogd.

5. Het klimaatbeleid blijkt ten aanzien van effectieve CO2-reductie tot op heden nog weinig succesvol. De taakstelling is nog bij lange na niet gehaald. Dit komt ten dele door de toepassing van biomassa bij de energievoorziening, maar ook door het omvormingsbeleid. Minder bos om Co2 vast te houden of vast te leggen en veel natuurherstelmaatregelen die periodiek voor aanzienlijke extra uitstoot zorgen (Co2 en stikstofverbindingen). Hier is sprake van een duidelijke relatie met het bossenbeleid.

6. De stikstof problematiek is nog volop in studie en in onderhandeling. Daar is tijd voor nodig en dient te worden begeleid met de resultaten van een adequate evaluatie van het natuurbeleid. De huidige natuurdoelen zijn sterk op het verleden Gericht en vergen daardoor nog maatregelen die contra productief zijn in relatie tot het klimaatbeleid en in het beleid ten aanzien van biodiversiteit. Deze ingrepen veroorzaken grote schade, waardoor de problematiek eerder toeneemt dan afneemt.

Namens ons Landelijk Netwerk Bossen- en Bomenbescherming vragen wij derhalve dringend om onafhankelijke deskundigheid bij deze evaluaties.Tevens kunnen wij met de ervaring en deskundigheid die in ons Landelijk Netwerk aanwezig is een zeer constructieve bijdrage leveren aan deze beoordelingstafel, waarmee in overleg de opdrachten kunnen worden geformuleerd.
Ter illustratie van bovenstaande zenden wij u hierbij nog een relevant artikel van Journaliste Quist in Trouw.

Uw reactie zien wij graag tegemoet,

Met vriendelijke groet,
Mede namens het Landelijk Netwerk Bossen- en Bomenbescherming,

Bomenstichting Achterhoek, Marjan Houpt, bomenachterhoek@gmail.com
Stichting De Woudreus, Mieke Vodegel, (juriste N2000) info@woudreus.nl
Stichting tot Behoud van het Schoorlse en Noord- Kennemer duingebied, Joke Volkers, joke.volkersvos@gmail.com



woensdag 4 december 2019

WILGEN EN POPULIEREN

De belangrijkste troef van wilgen en populieren is hun groeikracht. Zo bereiken aanplantingen van populieren, afhankelijk van de variëteit, al na 20 tot 30 jaar hun maximale groei. Op dat moment neemt het houtvolume jaarlijks met 15 tot 20 m3 per hectare toe. Ter vergelijking: eiken- en beukenbossen bereiken pas na 80 jaar hun maximale groei, die dan jaarlijks 9 tot 12 m3 per hectare bedraagt.

(Foto: Tiny van der Meer)
De snelle groei zorgt ervoor dat populieren en wilgen in de eerste decennia veel meer strooisel produceren, zodat de bodemontwikkeling ook sneller gaat. Vaak werd verondersteld dat het strooisel van populieren te veel stikstof en fosfor bevat, waardoor brandnetels zich fors kunnen ontwikkelen. Dit is niet het geval, maar bladstrooisel van populieren bevat wel meer calcium dan andere soorten. Hierdoor biedt het een goede buffer tegen verzuring. Een bijkomend voordeel is dat populieren en wilgen op ruime afstand van elkaar geplant worden, omdat ze veel licht nodig hebben. Hierdoor is het perfect mogelijk om trager groeiende boomsoorten die meer schaduw verdragen, zoals bijvoorbeeld eiken of beuken, tussen deze pioniers te planten.

Bron: Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN!natuurlijk: 


Nieuwe Bossen

Het Vlaamse Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) adviseert om voor uitbreiding en compensatie van bossen, naast trager groeiende boomsoorten, snelgroeiende populieren en wilgen te gebruiken. Populieren groeien nog sneller dan wilgen, maar verdragen minder goed een natte bodem. Beide pioniers beschikken over eigenschappen om snel nieuwe bossen op voormalige landbouwgronden te ontwikkelen, die ook waardevolle natuur kunnen opleveren.

De ontwikkeling van bossen op open terrein is een traag proces: bomen zijn pas na vele tientallen jaren volwassen en de ontwikkeling van een bosbodem gaat nog trager. Ook de vestiging van typische soorten van bossen neemt decennia tot eeuwen in beslag.

(Foto: Tiny van der Meer)
Eeuwenoude bossen zijn daardoor nauwelijks vervangbaar. Maar bij het bebossen van open terrein, kunnen snelgroeiende pioniers zoals populieren en wilgen het proces van bosontwikkeling aanzienlijk versnellen. De ligging van het terrein is daarbij wel een belangrijke randvoorwaarde. De biodiversiteit van eeuwenoude bossen verbreidt zich erg traag en over beperkte afstand. Nieuw aangeplante bossen die in verbinding staan met eeuwenoude bossen, hebben daarom de beste kansen om te ontwikkelen tot waardevolle natuur.


Bron: NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN!natuurlijk: