zondag 30 juni 2019

Urgenda: oproep nieuws verspreiden: 40 maatregelen voor 25% CO2-reductie voor eind 2020

Op maandag 24 juni vond de presentatie en overhandiging  plaats van het 40 puntenplan van Urgenda. Genodigden waren o.a. minister president Rutte en minister Carola Schouten van LNV; die niet op de uitnodiging hebben gereageerd.
Als Bomenstichting Achterhoek maken wij deel uit van de Coalitie met Urgenda.

Beste ondersteuners van het 40 Puntenplan om 25% CO2 te reduceren in 2020,

De presentatie en overhandiging van het 40 puntenplan aan de Directeuren Generaal Sandor Gaastra van EZK en aan Chris Kuijpers van BZK, heeft vanmiddag plaatsgevonden in theaterzaal Diligentia te Den Haag. Zie foto: een volle zaal met mensen die hun schouders willen zetten onder het plan.

We willen vragen om dit Plan en het nieuws te helpen verspreiden. Via uw linkedin, twitter en of andere sociale mediakanalen, op de website, in blogs, gesprekken etc.
Gebruik daarbij de #hetkanalsjehetwilt en #40puntenplan
Op de site van Urgenda leest u de laatste versie van Het Plan: www.urgenda.nl/40puntenplan  
Hierbij de rechtstreekse link naar het (online) 40puntenplan boekje:  https://www.urgenda.nl/wp-content/uploads/Urgenda-40-puntenplan.pdf

In dit boekje staan veertig maatregelen en meer, om toch 25% CO2-reductie te halen in 2020 zoals de rechter nu twee keer heeft bevolen aan de Staat. Als we samen de schouders eronder zetten kan dat nog steeds. Van de overheid wordt steun verwacht om die veertig maatregelen versneld uit te voeren.

Graag willen we u ook bedanken. Voor uw aanwezigheid vandaag in Den Haag  en /of voor het ondersteunen van bepaalde maatregelen.
Laten we samen blijven aandringen op snellere uitvoering van deze maatregelen en ook zelf de schouders eronder zetten. Want: het kan als je het wilt!

Vriendelijke groet, namens het hele team en alle mensen die hebben meegeholpen,
Marjan Minnesma
Directeur Urgenda

 

zondag 23 juni 2019

Provincies kappen zonder visie voor lanen en singels

Door Leffert Oldenkamp: adviseur bosbeheer, duurzaamheid en milieu.

De grote makke is dat er al decennia lang geen gedegen landelijke of provinciale lange termijn visie voor lanen en singels is gemaakt. Zo al wel is getracht dat te doen, dan betrof het facetten en dan met de insteek van een toevallige zogenaamde deskundige.
In de 60 en 70er jaren van de vorige eeuw werd daar nog wel aan gewerkt.
Structuur van het geheel, verjonging, aanpassing op basis van voortschrijdend inzicht op vele terreinen (o.a. verkeersveiligheid) benutting van hout en andere functies en diensten van beplantingen… ga maar door.
Een landschapsontwikkelingsplan met visie op nuttige en hinderlijke functies van bomen is er niet meer.

Het zijn uitsluitend vormgeving en hinderlijke aspecten die het beeld gingen bepalen. Tekentafel werk.
Biodiversiteit is ook als containerbegrip op kaarten gekomen, maar biodiversiteit heeft een basis nodig (boomsoorten, groeiplaatsen, leeftijden…). Uitsluitend een vlek met aanduiding biodiversiteit is niet voldoende.

Kortom modegrillen zonder aandacht voor de feitelijke betekenis van lanen en singels.
Het meest dramatisch speelt dat bij de populier die voorheen vaak ons landschap bepaalde. Er was een bloeiende verwerking van populierenhout. Voor het platteland van grote betekenis. Verdwenen! Begint weer mondjesmaat op te komen.

Maar het geldt ook voor andere boomsoorten. Kijk naar de jaarlijkse houtveiling met grote betekenis van waardevol eikenhout.
Lanen met eiken in diverse leeftijdsklassen die de toekomstige behoefte aan eikenhout zouden moeten dekken zijn er onvoldoende.

Daarom is het kappen zonder goede reden van wat we nog hebben zo dramatisch.
Dat elke boom een geweldige betekenis heeft voor van alles behoeft verder geen betoog.
Meest bizar is verder nog dat het kappen van waardevolle lanen ook vaak wordt gedaan om 
de biomassa ovens te vullen.

Het is dus niet gek dat er zo veel protesten zijn tegen het kappen van wat ons nog rest… 


De N319: Provincie Gelderland wil 343 bomen kappen
waarvan 320 gezonde exemplaren!!

Inspreeknota m.b.t. bomen N319; Statenvergadering provincie Gelderland 19 juni 2019

Hierbij de tekst van de inspreeknota van André Brouwer, jurist en mede-indiener van het Burgerinitiatief: STOP HET KAPPEN VAN LAANBOMEN LANGS DE N319! (https://bomenachterhoek.blogspot.com/search?q=burgerinitiatief), ingesproken op 19 juni jl. tijdens de Statenvergadering van de provincie Gelderland.


Mijnheer/mevrouw de Voorzitter,

Ons verhaal begint op het moment dat in de lokale pers in Berkelland een bericht verschijnt over een voornemen om 343 gezonde, beeldbepalende, deels monumentale bomen om te zagen. De bomen worden het gesprek van de dag. Op sociale media, op straat en in de supermarkt.
Allerlei mensen willen in actie komen. Ondernemers bieden hun winkel aan om flyers te verspreiden, Youp van het Hek schreef een venijnige column, Harm Edens roemde – mèt Wouke van Scherrenburg- de schoonheid van de oude bomenlanen. Van links tot rechts en van Arnhem tot de Veluwe is er verontwaardiging.
Het Burgerinitiatief is geboren. Via Omroep Gelderland wordt het onderwerp Bomenkap landelijk nieuws op het NOS Journaal en RTL Nieuws.

Het algehele klimaat op dat moment is een al langer sluimerende discussie over de manier waarop overheden en semi-overheden met onze bomen en ons bos omgaan. De provincie kapt voor de verkeersveiligheid, Rijkswaterstaat kapt voor de brandveiligheid en de doorstroming, Staatsbosbeheer kapt voor “bosomvorming”…. In veel gevallen lijken subsidiestromen voor natuurherstel en bio-energie een niet-onbelangrijke reden, al wordt dat zelden erkend.
Na twee eeuwen is Nederland weer aan het ontbossen. Het Nederlandse bomenareaal daalt sinds 2013 jaarlijks met 1350 hectare en meer. Herplant laat zwaar te wensen over. En de overheid is de belangrijkste verantwoordelijke.

Aan de andere kant: In het Klimaatakkoord staat dat we er alles aan moeten doen om te voorkomen dat het bosareaal verder afneemt, en dat we zelfs méér bos nodig hebben. Voor de provincie Gelderland is Natuurinclusief Werken sinds 2017 de norm. Als de provincie de komende jaren dus duizenden bomen langs N-wegen wil omzagen, moet daar wel een hele goede reden voor zijn, belangrijker dan natuur, biodiversiteit, klimaat, landschap, bestrijding van droogte en aantrekkelijkheid voor toerisme bij elkaar.

320 van de 343 eiken zijn gezond!
Wat is dat belang dan wèl? 
Verkeersveiligheid, volgens de provincie. Laten we eens inzoomen op waar het over gaat.
Er waren vorig jaar in Nederland 678 verkeersdoden, waarvan 93 in Gelderland. 
Van deverkeersdoden is ongeveer 1/3e fietser en 1/3e automobilist. Dat betekent voor Gelderland dus circa 35 dodelijke ongevallen met automobilisten.
De helft van de dodelijke ongevallen gebeurt op gemeentelijke wegen, 19% op provinciale wegen. De N-wegen zijn dus zeker niet de belangrijkste locatie van verkeersongevallen, zoals soms beweerd wordt.
19% van 35 dodelijke ongevallen met automobilisten betekent 7 dodelijke ongevallen met automobilisten op provinciale wegen. Als we er van uit gaan dat ruwweg een kwart te maken heeft met een aanrijding tegen een boom gaat het om gemiddeld twee gevallen per jaar. En zoals we vorige week nog hebben gezien in Lochem, gebeurt dat zelfs helaas ook nog wel eens opzettelijk.

Hoe tragisch elk ongeval ook is - gaan we voor 2 van de 93 dodelijke ongevallen alle provinciale bomen omzagen die op minder dan 4,5 tot 6 meter langs de weg staan? Terwijl bewoners dat niet willen, de Tweede Kamer dat niet wil, de minister dat niet wil? Als jurist ben ik opgevoed met de regel dat proportionaliteit een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur is. Niet schieten met een kanon op een mug.

Maar er is nog een belangrijker punt. Het beleid gaat namelijk helemaal niet wérken. Sterker nog, er zouden wel eens méér doden door kunnen vallen. Ik zal dat toelichten.
Er heeft ooit iemand bedacht dat obstakelvrije zones de verkeersveiligheid bevorderen. Dat is een verklaarbare aanname, wetenschappelijk gezien een hypothese. We snappen allemaal dat je geen aanrijding kunt krijgen met een boom die er niet meer staat. Maar verkeersgedrag is ook psychologie.
Iedereen kent de reflex dat als je een tunnel in rijdt, je vaart mindert. En als je de tunnel uitrijdt, geef je weer gas. Een weg met bomen er dicht langs werkt als die tunnel. En andersom, een weg met brede kale bermen nodigt uit tot harder en roekelozer rijden. Het wachten is op andere ongelukken en misschien wel méér ongelukken.

Door sympathisanten aangebrachte affiches:
"IK LEEF"
Daar zijn aanwijzingen voor:
Zoals iemand ons schreef die de discussie op sociale media volgde en het grootste deel van zijn tijd in Hongarije woont: “Hier zijn sommige trajecten vrijgemaakt van bomen en andere stukken niet. Alle ongelukken gebeuren op de stukken waar de bomen gekapt zijn”.

Of een andere reactie: “Mijn neefje liep langs een weg waar een automobilist de macht over het stuur kwijt raakte. Had er maar een boom gestaan, dan had mijn neefje nog geleefd.” Zelfs mensen (Maria Quist, journaliste) die hun kind verloren door een botsing tegen een boom, schreven in een reactie in de Volkskrant te vinden dat de bomen moeten blijven staan.
Bomen veroorzaken geen ongelukken, om met een Achterhoekse burgemeester te spreken. In 90% van de gevallen ontstaan ongelukken door verkeerd rijgedrag: te hoge snelheid, alcohol, smartphonegebruik, afleiding en het verslappen van de aandacht zoals bij polderwegen.
De hypothese van de veiliger obstakelvrije zones is tot nu toe een hypothese gebleven. Het wetenschappelijk bewijs ontbreekt. Toch baseert de CROW er zijn zgn. richtlijnen op en gebruikt de ANWB het in haar EuroRAP rapport om de veiligheidsgraad van wegen te categoriseren. 
Beleid gebouwd op deze norm is beleid gebouwd op drijfzand en moet van tafel voor we zinvol kunnen praten over een nieuw beleid met respect voor bomen. Anders hebben wij bij elke provinciale weg die in de toekomst onderhanden wordt genomen telkens weer dezelfde discussie.

We hebben de provincie er meermalen op gewezen dat het dogma van de veilige 4,5 tot 6 meter boomvrije berm geen wetenschappelijke basis heeft. Dat betekent dat op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht op het bestuursorgaan (in casu de provincie) een eigen onderzoeksplicht rust. Negeren hiervan kan aangemerkt worden als een vorm van onbehoorlijk bestuur. 
U kunt het nalezen in artikel 3:2 awb.
Wij zijn niet de enigen die denken dat obstakelvrije bermen geen zinvolle basis van beleid zijn.
  • Rijkswaterstaat heeft een voorspellingsmodel gemaakt van de effecten van verkeersaanpassingen op wegen. Hieruit blijkt dat aanpassen van wegen niet significant minder ongelukken geeft. De enige significante factor is aanpassen van het rijgedrag. En dat bereik je niet door bermen obstakelvrij te maken.
  • Een ander onderzoek (SWOV-Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid), waarbij 535 boomongevallen werden geanalyseerd, toont aan dat de ernst van boomongevallen niet afneemt bij het groter worden van de afstand tussen bomen en de wegrand.
Wat wèl werkt, en wèl wetenschappelijk bewezen is, is snelheidsverlaging. U kunt op de website van de SWOV de formules vinden waarbij de uitkomsten met 95% nauwkeurigheid te voorspellen zijn: door de snelheid te verlagen van 80 naar 70 km/uur, daalt het aantal dodelijke ongevallen met 41 tot 50 procent (!). Als de wegen met bomen langs de N-wegen zo gevaarlijk zijn als de provincie beweert is er in de wegenverkeerswet ook ruimte voor dit soort limieten.
De worst die ons bij concrete projecten als de N319 wordt voorgehouden is een compensatieprogramma voor de bomenkap. Er komt vervangende aanplant en er zouden zelfs bomen verplaatst worden. Maar nieuwe aanplant is de eerste vijftig jaar landschappelijk niet interessant, geen schuilplaats voor vleermuizen of vogels of insecten (in een flinke eik huizen ruim 400 soorten insecten!), contraproductief voor het klimaatbeleid, zorgt niet voor schaduw of verkoeling voor fietsers en wandelaars, (en tevens verkoeling van het asfalt dat minder snel slijt) bindt nauwelijks CO2, houdt geen water vast in droge tijden.

Volgens de provincie kan de herplant zoals die bij projecten als de N319 plaats zou vinden, bovendien gezien worden als het behoud van de cultuurhistorische laanstructuur. Bij cultuurhistorische waarden - en ik citeer de Monumentenwet - gaat het om sporen uit het verleden in het heden, die zichtbaar en tastbaar aanwezig zijn. Iets IS cultuurhistorie of is het NIET. Een nieuw aangeplant beukenrijtje dat op zijn best 75 jaar oud wordt, is geen vervanging voor wat ervoor moet wijken. En dat de rij met oude bomen niet helemaal compleet meer is, maakt de waarde eerder hoger dan lager. Ook bij Stonehenge ontbreken de nodige stenen.

Wat meetelt bij onze kritische bejegening is onze waarneming dat de provincie niet zo veel met bomen heeft. De beleidsplannen, die met hulp van externe bureaus zijn gemaakt, zien er gelikt uit. Maar de praktijk is anders.
Er worden bomen gepoot in het voorjaar terwijl iedereen weet dat je dat beter in het najaar kunt doen. Er worden bomen gepoot die vervolgens geen water krijgen zoals in de afgelopen zomer en dus weer vervangen moeten worden. Er wordt gesnoeid door ingehuurde bedrijven die bomen opkronen tot parasollen. Dat levert stress op en verzwakt de bomen.

Tot slot: Ons grote verwijt was tot nu toe de koppigheid van de provincie. Minister Van Nieuwenhuijzen heeft vorig jaar nog gezegd bij het aanbieden van de ruim 46.000 handtekeningen onder de petitie ‘Bomen langs N-wegen moeten blijven’:
“Het laatste wat zou moeten gebeuren is dat bomen op grote schaal moeten verdwijnen.” Ook Veilig Verkeer Nederland vindt dat. Zelfs de ANWB is niet voor rigoureus kappen van bomen. “Veel provinciewegen ontlenen aan de bomen juist hun charme,” zegt een woordvoerder.
Maar in de provincie besturen de verkeersmensen het schip: alle bomen langs de rijbaan moeten weg. Dat is ook voortdurend het onwrikbare vertrekpunt bij inspraakavonden.

Als er kritische en bezorgde reacties komen, is de reflex: We moeten het beter uitleggen. Er is voor de N319 zelfs een informatiepunt geopend. Voor ons voelt dat als een PR-actie; oud beleid. Volgens ons moet de provincie juist beter luisteren, in overleg gaan en niet bang zijn om plannen aan te passen. Dat is geen prestigeverlies. De burger is nét zo goed opgeleid en kan net zo helder denken als een ambtenaar. Als burgers zich ermee bemoeien worden plannen meestal beter.

Dank dat wij hier vanmorgen ons burgerinitiatief kunnen toelichten. Wij hopen dat wij duidelijk kunnen maken dat de burgers een ander beleid willen, inhoudelijk en procedureel, en dat daar goede argumenten voor zijn.

Wij hebben met meerdere deskundigen gesproken. Wij denken en weten dat er een aanpak mogelijk is die wél werkt en die kan rekenen op draagvlak. Daarom stellen wij voor dat wij gezamenlijk en op basis van gelijkwaardigheid gaan werken aan een nieuw beleid.

Het Coalitieakkoord lijkt erop te wijzen dat er een nieuwe wind waait. Laten we een nieuwe start maken en samen een oplossing zoeken waarbij behoud van monumentale natuur in onze provincie het uitgangspunt is.



woensdag 19 juni 2019

Gezang 111 voor LTO en CDA

Dit gezang is bewerkt door een sympathisant (het 2e en 3e couplet), die zich stoort aan het handelen van de LTO waardoor de natuur steeds meer wordt bedreigd; gesteund door het CDA.
De meeste subsidie wordt verstrekt aan de grote boeren en niet zelden voor zaken die vooral schadelijk zijn voor natuur en milieu.
En voor de vele boeren die wèl graag anders willen is juist veel te weinig steun!


De dorre vlakte der woestijnen


De dorre vlakte der woestijnen  

zal zich verblijden, eindeloos.

De zandzee zal herschapen schijnen, 

want bloeien zal zij als een roos.

Van heil’gen vreugde zal zij beven, 

doortinteld van een heerlijk leven

dat nimmer meer verwelken zal. 

Zij zal de wonderen des Heeren

aanschouwen en Zijn grootheid eren

met jubelend triomfgeschal.




Waar eens de schoffel onkruid deed verdwijnen

spuit men nu gif; gewetenloos!

Het bodemleven is allang aan ‘t kwijnen.

Dit kan gebeuren; straffeloos!

Door mestinjecties minder leven,

Roundup erbij en het is opgegeven.

t Wordt uitgeroeid geheel en al.

De meeuw zal ploeg en eg negeren,

voor hem geen worm te consumeren.

Geld is het enige dat tellen zal..




De raaigrasvlakten lijken op woestijnen.

Geen bloem, geen vlinder; levenloos!

De weidevogels zijn al aan ‘t verdwijnen.

Dit is toch werk’lijk schaamteloos!

Natuurliefhebbers staan te beven:

een aanslag op het aardse leven.

Gods schepping in de vrije val.

Maar dat kan 't LTO niet deren, 

zelfs 't CDA zal ’t niet blokkeren:

't is ‘t GELD dat GOD vervangen zal..





maandag 17 juni 2019

Brief n.a.v. artikel "Aanrijdingen met wild N18"/ Gelderlander 12-06-2019)

Geachte raad, college, 

Onderstaand artikel las ik zojuist in de Gelderlander. Enigszins verbaasd over de onwetendheid van inwoners van een reeënrijk gebied als de Achterhoek..
https://www.gelderlander.nl/berkelland/minstens-twintig-reeen-aangereden-sinds-nieuwe-n18~a3e48d51/
Ik heb een opmerking en een advies hierover.
Ten eerste trekken bloemrijke bermen geen reeën aan, zoals beweerd wordt door de jachtopzichter. Je ziet ze ook zelden in een berm staan te grazen. Ze rennen meestal door na het oversteken van een weg. De bloemrijke bermen zijn wel essentieel voor insecten, daarmee voor zangvogels en natuurlijk voor een fraai landschap!
Reeën zijn over het algemeen graseters (en vluchtdieren) en leggen binnen hun territorium grote afstanden af. Ze eten ook knopjes en blaadjes van bomen, met name in het vroege voorjaar. Doorgaans staan ze in de weilanden aan weerszijden van een weg te grazen. Zelden of nooit in een berm dicht op de weg.
Op mijn eigen natuurterrein heb ik een territorium van twee reeën en een stuk of 8 reeën die het gebruiken op hun weg van A naar B, en volg ze met camera's op verschillende plekken op en langs het landgoed.
Daarbij steken ze op vaste plekken (wildwissels) de provinciale weg over. Meerdere keren per dag. In 99,9% van de gevallen gaat het goed.
Helaas ging het ook hier een maand geleden mis en vond ik een aangereden, drachtige reegeit op mijn natuurterrein. In dit geval langs een provinciale weg, waar de maximumsnelheid 80 km p/u geldt. Reeën kunnen tot een snelheid van 60 km vrij goed inschatten.
Bij de N18 zijn de gevolgen nog veel groter omdat de verkeersintensiteit en snelheden daar veel hoger liggen. Logisch.

Bloemrijke bermen trekken geen reeën aan,
De provincie is overigens momenteel bezig met een grootschalig onderzoek naar het gedrag van reeën.
De N18 doorklieft hun leefgebied en de reden dat ze aangereden worden komt zeker niet door de kruidenrijke bermen, maar doordat ze van A naar B willen in hun leefgebied. Dat gebeurt via vaste wildwissels. Daarbij leggen ze kilometers per dag af.
Vaak worden paden langs watergangen of houtsingels gebruikt als geleiding en beschutting.
Wil je aanrijdingen voorkomen, dan zal  je rasters moeten plaatsen en oversteekpunten op die vaste wissels realiseren, zoals ecoducten of tunnels. Voor reeën geldt bij een faunatunnel een minimum hoogte van 2,5 meter. Het betekent niet dat een faunatunnel van 2 meter niet gebruikt wordt, maar veel minder intensief en daardoor zonde is van de investering. 
(Leidraad faunavoorzieningen bij infrastructuur, opgesteld september 2011 voor Prorail en Rijkswaterstaat). In deze leidraad staan aanbevelingen die vreemd genoeg bij de aanleg van de nieuwe N18 niet zijn toegepast.

Dit was van te voren te verwachten. Van een megaproject als de nieuwe N18 had dit een belangrijk onderdeel moeten zijn. Ik heb dat destijds al aangegeven bij Rijkswaterstaat in de voorbereiding, maar men dacht dat men er met een aantal, veelal te kleine, tunnels en een gebrekkige afrastering wel zou zijn. Op sommige plekken houden de rasters ineens op, tot verbazing van veel weggebruikers. 
Ik stuur deze mail ook door naar Rijkswaterstaat als verantwoordelijk wegbeheerder en naar de Provincie. Afstemming tussen Rijkswaterstaat, gemeenten, waterschappen en Provincie is hierbij belangrijk.

Met vriendelijke groet,
René Tuenter
Halle
12 juni 2019

maandag 10 juni 2019

Monumentale rode Beuken in Olburgen

Deze rode Beuken zijn rond 1830 geplant, direct na de bouw van de boerderij, zo is ons verteld. 
Eerst stonden er drie; de middelste is jaren geleden door de bliksem getroffen en moest worden gekapt. De kronen zijn weer mooi aangesloten.


















maandag 3 juni 2019

LIJMBANDEN OM KASTANJEBOMEN

Om de stammen van kastanjebomen te beschermen tegen de kastanjemineermot worden in Maastricht bij wijze van proef een aantal bomen voorzien van groene plastic banden. De lijm die aan de binnenkant van deze banden zit, moet motten opvangen die de bladeren beschadigen.


De kastanjemineermot legt eitjes in het bladerdek van de boom. De larven vreten van binnenuit alle bladmoes tussen beide bladopperhuiden weg. Dat verzwakt de boom waardoor deze ook veel kwetsbaarder wordt voor andere aantastingen. Met de hulp van de lijmbanden tegen de motten verwacht de gemeente dat de bomen ook beter bestand zijn tegen schadelijke bacteriën die kastanjebloedingsziekte veroorzaken.

Bron: De Limburger/ Natuurnieuwsbrief van de maand juni.



BOS BATTLE

Duurzaamheidsorganisatie Urgenda is in 2019 gestart met de Bos Battle: een zoektocht naar ruimte voor nieuwe natuur. Urgenda werkt daarin samen met onder andere Stichting Steenbreek en Trees for All, een organisatie die bos aanplant met fondsen van een toenemend aantal burgers en bedrijven die CO2 willen compenseren.

Er zijn genoeg burgers die bomen willen planten, maar de ruimte vinden is moeilijk. Met de Bos Battle hopen Urgenda, Stichting Steenbreek en Trees for All ruimte te vinden voor nieuwe klimaatbossen en mensen te inspireren om op allerlei plekken bomen te planten. De bomen voor deze actie worden gedoneerd door Treecenter Opheusden.



Bomen zorgen voor CO2 opslag, verkoeling, een betere afwatering, schonere lucht, bewezen blijere burgers en zijn een tehuis voor insecten en vogels. In maart is  symbolisch de eerste appelboom geplant om de Bos Battle te starten. Ruimte voor nieuwe natuur kan door iedereen en overal gevonden worden: bij boeren die een voedselbos willen, op platte daken, in en rondom de bebouwde kom en langs wegen en waterwegen.



Bron: Operatie Steenbreek / natuurnieuwsbrief van de maand juni.