woensdag 31 mei 2017

Partij voor de Dieren Brabant wil regels voor houtoogst tijdens broedseizoen

Bron: Brabants Dagblad 17 05 2017

Den Bosch - Partij voor de Dieren stelt woensdag vragen aan het college van Gedeputeerde Staten over de grootschalige houtkap door Staatsbosbeheer tijdens het broedseizoen.

Staatsbosbeheer is onlangs gestart met omvangrijke houtoogst in boswachterij de Pan in Bladel. De Partij voor de Dieren vraagt aan het college om in te grijpen en de kapwerkzaamheden per direct stop te laten zetten. Ook vraagt de partij of er überhaupt toezicht of controle is bij dergelijke grootschalige bomenkap.
Er is geen protocol dat broedende vogels beschermt bij zogenoemde houtoogst. De Partij voor de Dieren vindt het kappen van grote delen bos in het seizoen niet acceptabel en wil daarom dat de provincie of het Rijk een verbod instelt. 

Staatsbosbeheer stelt dat ze, voordat er gekapt wordt, alle bomen controleert op vogelnesten maar volgens Statenlid van de Partij voor de Dieren Paranka Surminski is dit niet mogelijk: ,,Bij het vellen van een of twee zieke bomen kan gemakkelijk worden nagegaan of er een broedende vogel in zit, bij het kappen van een dergelijk groot perceel als bij houtoogst is dit gewoonweg onuitvoerbaar".













zondag 28 mei 2017

D66 dient motie in over het verbranden van hout in biomassacentrales.

Statenlid provincie Gelderland Antoon Kanis/D66 (o.a. landbouw, natuur & energie) diende motie in over verbranding biomassa, met brede steun!

(Klik op afbeelding voor vergroting)

woensdag 24 mei 2017

Vraag aan de ecoloog van het Waterschap over maaibeleid.

Brief van Achterhoekse boer aan Waterschap Rijn & IJssel, d.d. 24 mei 2017.

Geachte heer of mevrouw,

Ik vraag me af waarom er nu al voor de tweede keer in mei is gemaaid? Vorig jaar werd niet voor 15 juni gemaaid. Maar goed ook, want toen vond ik in mei twee reekalfjes in het lange gras op het maaipad en die werden zo gered van de grasmaaier die in alle weilanden al geweest was.
Ooit meldde ik een door de maaier vernield -nota bene- gemarkeerd nest en daarna werd er niet meer in mei gemaaid.

Dit voorjaar werd er al voor het eerst gemaaid op 4 mei. En 20 dagen later voor de tweede keer. Ik heb dit nog nooit eerder meegemaakt.
Is het beleid weer aangepast? Is daar een goede reden voor of is het onder druk van boeren die zeggen last te hebben van zaad van onkruid zoals zuring? Ik heb zelf 5 ha weiland grenzend aan de sloot, maar door goed graslandbeheer kun je overlast van zuring voorkomen. Een goede dichte zode en incidenteel bestrijden of uitsteken zoals ik dat handmatig doe. Er komt hier geen spuit meer aan te pas.

Dus liever voorlichting aan boeren over goed graslandbeheer dan zo vroeg maaien. 
Er gaan zo vele hectares aan bloeiende planten en grassen verloren voor met name insecten en vogels en schuilgelegenheid voor dieren.

Last but not least: 
Zijn er al plannen conform de afspraken tussen de Provincie, gemeenten en waterschappen in Gelderland omtrent verhoging van de biodiversiteit? Minder vroeg maaien en verschralen door het afvoeren van maaisel zou daarbij kunnen helpen.
Overigens worden bepaalde bermen ook bewerkt en benut door landbouwers, compleet met round-up spuiten, frezen en inzaaien van raaigras aan toe. Dat helpt ook niet echt de biodiversiteit te verhogen.. 




zondag 14 mei 2017

Weinig respect van gemeente Bronckhorst voor Participerende Burger..

Naar aanleiding van de raadsvergadering van de gemeente Bronckhorst op 23 maart jl., waarin de raad (hoewel niet unaniem) stemde vóór een o.i. onvolledig onderbouwd en daardoor schadelijk Bomenbeleidsplan, schreef inwoner Franke Remerie op 24 maart de volgende brief aan de raadsleden.
Nu, bijna 2 maanden later, heeft nog geen enkel raadslid de moeite genomen te reageren. 
Een gemeente die wèl de "Burgerparticipatie hoog in haar vaan heeft". 
En dan moet de burger de politiek nog serieus nemen..


Raamwerk voor een rijk landschap, Bomenbeleidsplan” 

Hoe nu verder?

(Brief aan de raadsfracties gemeente Bronckhorst n.a.v. vaststelling nota dd. 23 maart 2017)

Dames en heren raadsleden,

Als partijloze en niet lid van enige belangengroepering zijnde burger heb ik gister-(donderdag)avond een discussie ervaren, die gevoerd wordt door betrokken raadsleden met respect voor elkaars standpunten. Toch schrijf ik u deze brief, omdat de afgelopen weken en ook gisteravond duidelijk is geworden, dat met het vaststellen van de nota het onbegrip bij een deel van de burgers niet weg is. In deze brief kom ik tot een voorstel om tot een vervolg te komen, waarbij de angel m.i. uit het probleem kan worden gehaald.

Participatie van de burger
Het vrijblijvende karakter van de klankbordgroep, het gemis aan heldere regie, de willekeurige samenstelling en het negeren van de tegenstand heeft gemaakt dat iets wat goed had kunnen werken, verkeerd is uitgepakt. Het gehele proces heeft nu alleen maar het wantrouwen van de burger in de politiek, (wederom) bevestigt. Een bevestiging dat burgers gebruikt zijn om een democratische legitimatie te bewerkstelligen. De wethouder kan het niet zo bedoeld hebben: het is wel het gevoel dat achterblijft bij de vele tegenstanders. De besluitvorming gisteravond heeft het alleen nog maar versterkt. De vergadering begon sterk, waarbij je als toehoorder echt het gevoel kreeg: “ze hebben het begrepen”. Maar vervolgens werd aan het eind van de avond de nota zonder enig amendement of motie aangenomen. Dat komt wel heel vreemd over. De constatering”de communicatie moet de volgende keer beter” is in die zin te vrijblijvend.

Het inhoudelijke probleem?
Misschien nog wel belangrijker: de eigenlijke kern van het probleem is gisteravond nauwelijks aangeraakt: “wie komt er nu op voor de belangen van al dat andere leven op deze aarde?” Werd je tot voor kort meewarig aangekeken als je deze vraag durfde te stellen, inmiddels is in bedrijfsleven en wereldpolitiek het besef aan het doordringen dat we het anders moeten aanpakken. Daar zit ook een groot economisch belang achter, want welvaart zonder welzijn is een leeg bestaan.

De discussie gisteravond ontbeerde dat: hoe moeten wij het leven binnen onze gemeente beschermen, zodat onze kinderen en kleinkinderen daar ook nog van kunnen genieten? In essentie: de vraag rond het rentmeesterschap.

De wethouder gaf het vorige week bij de commissievergadering al aan dat gemeente Bronckhorst zich nog niet heeft verdiept in biodiversiteit en ecosystemen. Een eerlijke, maar ook ontluisterende reactie. Want hoe kan je je nu verantwoorden wat je aan het doen bent als je eigenlijk geen enkel idee hebt wat daarvan op korte en langere termijn de effecten zijn?

En juist bij een onderwerp als het landschap is die langere termijn een wezenlijke. Veel ecosystemen winnen aan waarde als de tijd z’n werk heeft kunnen doen. Het is hetzelfde als iemand z’n antieke boekenkast verzagen, hem een Billy van de Ikea te geven en het af te doen met de opmerking ”daar kan je ook je boeken in kwijt”. Alle emoties de afgelopen weken maakt duidelijk dat de gemiddelde burger van Bronckhorst dat aanwezige verschil heel goed begrijpt.

Hoe kunnen we de kerk nu in het midden houden?
Het beleidsplan is nu vastgesteld, dat is een gegeven. De kans om te helen zit in het vervolgtraject. Want door alle fracties is terecht geconstateerd dat nog veel vragen onbeantwoord zijn. Een van de belangrijkste is de vraag of de voorgestelde werkwijze in het bomenbeleidsplan daadwerkelijk gaat bijdragen aan het herstel en versterken van onze biodiversiteit en ecosystemen. Duidelijk is geworden dat die kennis noch ambtelijk, noch bij het college, noch bij de raad aanwezig is.

Het instellen van een onafhankelijke adviescommissie, met die specifieke deskundigheid:
  • geeft de ongeruste burger de zekerheid dat er met verstand van zaken wordt gekeken en beoordeeld;
  • geeft college en raad ruggensteun dat er goed rentmeesterschap wordt betracht;
  • geeft het ambtelijk apparaat de tijd interne kennis op te bouwen.
Een commissie die in de uitwerkingsfase adviespartner kan zijn voor de ambtenaren, die met de uitwerkingen gaan bezig houden. Een commissie die ondersteunend kan zijn in de communicatie naar de burger. Want ook bij de gemiddelde burger ontbeert het nog aan de nodige kennis op dit vlak.

Gaarne bereid tot verder meedenken,

Franke Remerie
eigenaar landgoed Vlaswinkel (Meuhoek)
voormalig voorzitter College van bestuur Scholengroep GelderVeste.



maandag 8 mei 2017

Maatregelen tegen de kastanjemineermot

Wie aan kastanjes denkt, denkt qua ziekten en plagen al snel aan de kastanjebloedingsziekte of de kastanjemineermot.

De kastanjemineermot (Cameraria ohridella) heeft zelf met zijn bruine en witte strepen een sierlijk uiterlijk, maar zorgt voor een onsierlijk aanzicht van kastanjebladeren. De mot legt zijn eitjes op de bladeren. De larven vreten zich vervolgens door de bladeren heen, waardoor deze (deels) bruin kleuren en de bomen vervroegde bladval zullen geven.
Hoewel de boom hier niet direct van zal afsterven, gaat hij gaandeweg wel in conditie achteruit waardoor hij ook weer vatbaarder wordt voor ziektes. Nu het insectenseizoen weer aanbreekt, is het tijd om maatregelen te nemen. De tweede generatie van deze motten is actief vlak voor of in het begin van de zomer.

Aantasting blad voorkomen
Gerard Bodewes van International Tree Service legt uit: "Om verdere aantasting van de boom door de kastanjemineermot te voorkomen, is het aan te bevelen Treeguard te gebruiken. Dit milieuvriendelijke product verandert de smaak van het blad enigszins, waardoor de bladeren onaantrekkelijk worden voor zuigende insecten."

Het blad kleurt bruin door vreetgedrag van de larven
Motten afvangen
"Daarnaast dien je in de meimaand lijmband op de stam aan te brengen om vrouwelijke insecten af te vangen. Voor de bestrijding van mannelijke motten is plaatsing van feromoonvallen noodzakelijk. De mannetjes worden aangetrokken door de lokstof in de dispenser, waardoor het aantal nieuwe jongen zal verminderen."

International Tree Service adviseert een combinatie van methoden. Daarnaast is het belangrijk om in de herfst het afgevallen blad weg te halen, zodat hier geen nieuwe motten uit voortkomen.


Bron: Boomzorg/ Kelly Kuenen




dinsdag 2 mei 2017

Hudewald of bosweide

Dit Duitse hudewaldreservaat (bosweide) diende als varkensweide en voor de winning van loof als wintervoer. Het bestaat meest uit beuken van 200 tot 300 jaar oud. Na een periode van verval is het een tiental jaren geleden weer als hudewald in gebruik genomen. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Bosweide)

Men vermoedt dat dit bos destijds eerst in gebruik was voor de winning van wintervoer voor het vee. Dat gebeurde door de bomen te knotten. Zo’n bos krijgt daardoor een lichtere structuur zodat ook meer grassen en kruiden een kans krijgen. Gaandeweg is het ook als gemeenschappelijk weidebos in gebruik genomen. Vooral voor huisvarkens. Alle dieren uit het dorp trokken dagelijks gezamenlijk onder begeleiding van een herder naar dit bos om er te weiden. Om het al te uitbundig uitgroeien van struiken tegen te gaan voerde men, zoals gebruikelijk, ook geiten in de kudde mee.
Op Veluwezoom ligt overigens nog een klein restant gelijkwaardig type bos met knotbeuken. Alleen geoefende ogen herkennen daarin nog een hudewald of veeweidebos. Het is tot op heden nog niet gelukt daar historische bronnen over te vinden. Maar de historische kenmerken lijken daar te liggen op een knotbeuken hudewald.

Bron: Nieuwe-wildernis.nl/ Natuur Net Nieuws mei 2017