woensdag 4 december 2019

WILGEN EN POPULIEREN

De belangrijkste troef van wilgen en populieren is hun groeikracht. Zo bereiken aanplantingen van populieren, afhankelijk van de variëteit, al na 20 tot 30 jaar hun maximale groei. Op dat moment neemt het houtvolume jaarlijks met 15 tot 20 m3 per hectare toe. Ter vergelijking: eiken- en beukenbossen bereiken pas na 80 jaar hun maximale groei, die dan jaarlijks 9 tot 12 m3 per hectare bedraagt.

(Foto: Tiny van der Meer)
De snelle groei zorgt ervoor dat populieren en wilgen in de eerste decennia veel meer strooisel produceren, zodat de bodemontwikkeling ook sneller gaat. Vaak werd verondersteld dat het strooisel van populieren te veel stikstof en fosfor bevat, waardoor brandnetels zich fors kunnen ontwikkelen. Dit is niet het geval, maar bladstrooisel van populieren bevat wel meer calcium dan andere soorten. Hierdoor biedt het een goede buffer tegen verzuring. Een bijkomend voordeel is dat populieren en wilgen op ruime afstand van elkaar geplant worden, omdat ze veel licht nodig hebben. Hierdoor is het perfect mogelijk om trager groeiende boomsoorten die meer schaduw verdragen, zoals bijvoorbeeld eiken of beuken, tussen deze pioniers te planten.

Bron: Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN!natuurlijk: