Een van de manieren waarop overheden en bedrijven proberen om het 
klimaat te beteugelen, is door nieuwe bomen te planten. Die nemen 
kooldioxide (CO2) op, een van de broeikasgassen. Ook als er bomen worden
 gekapt, wordt er steeds vaker herplant om het verlies aan opname te 
compenseren.
Dat helpt wel een beetje, maar de meeste effecten 
zullen we pas in decennia zien, zo valt te concluderen uit een onderzoek
 van de US Geological Survey. Bomen zetten CO2 namelijk om in groei. En 
wanneer groeien bomen het meeste? Als ze ouder zijn.
Tot nu toe 
werd gedacht dat bomen net zo groeien als mensen: heel snel in hun 
jeugd, met nog een spurt in de pubertijd om dan af te vlakken in 
volwassenheid. Mensen groeien daarna alleen nog rond het middel, bomen 
krijgen misschien een iets dikkere stam, zo was de theorie.
Het 
Amerikaanse onderzoek ontdekte echter dat bomen anders groeien dan 
mensen. Ze blijven in omvang gestaag toenemen met ieder jaar min of meer
 (het weer speelt een belangrijke rol) hetzelfde percentage. Daardoor 
vindt de meeste groei plaats in de volwassen fase van een boom. Een stam
 met een omtrek van 2 meter die een tiende procent groeit, produceert 
immers meer hout dat een stam met een omtrek van 20 centimeter die 
hetzelfde percentage dikker wordt.
Dat geldt voor alle bomen. De 
onderzoekers bekeken 605.000 bomen van 402 soorten. Overal waren het 
vooral de wat oudere (en dus dikkere) bomen die de CO2 opslokten en 
omzetten in hout, zo schrijven de onderzoekers in het blad Nature. Hun 
advies is om bestaande bomen - vooral de grotere soorten - beter te 
beschermen, omdat ze een veel belangrijke rol spelen dan tot nu toe 
gedacht.
Bron: Metro
 
