donderdag 11 juli 2013

Zelfs beetje fijn stof verhoogt risico op longkanker

Langdurige blootstelling aan fijn stof verhoogt de kans op longkanker, zelfs bij concentraties lager dan de normen van de Europese Unie. Dat blijkt uit een internationaal onderzoek dat is gepubliceerd in het tijdschrift The Lancet Oncology. Bij het onderzoek werden data gebruikt van de European Study of Cohorts for Air Polution Effect (ESCAPE). De coördinatie van ESCAPE ligt bij de Universiteit Utrecht.

Uit het onderzoek blijkt dat bij elke stijging van 5 microgram per kubieke meter aan deeltjes kleiner dan 2,5 micrometer, de kans op longkanker toeneemt met 18%. Bij elke toename van 10 microgram per kubieke meter aan deeltjes kleiner dan 10 micrometer, stijgt deze kans met 22%. "Met name het aantal adenocarcinomen, een vorm van kanker die ook geregeld voorkomt bij niet-rokers, nam hierbij toe", zegt Gerard Hoek, toxicoloog aan de Universiteit Utrecht.

Europese normen
Deze relatie tussen fijn stof en de kans op longkanker blijkt volgens het onderzoek ook te gelden voor concentraties lager dan de huidige normen van de Europese Unie: voor deeltjes kleiner dan 10 micrometer bedraagt deze 40 microgram per kubieke meter en voor deeltjes kleiner dan 2,5 micrometer is dat 25 microgram per kubieke meter. De onderzoekers vonden geen grens waaronder het risico nul was. "Ons onderzoek laat zien dat ook de in Europa heersende concentraties van fijn stof een verhoogd risico geven op het ontwikkelen van longkanker", aldus Hoek.


 

313.000 mensen
De onderzoekers combineerden uitkomsten van 17 cohortstudies in 9 Europese landen, met in totaal circa 313.000 mensen. Bij het onderzoek werden schattingen gemaakt van de luchtvervuiling op het woonadres aan de hand van gestandaardiseerde metingen en geografische informatie over verkeer en landgebruik nabij het adres. Via kankerregisters werd bijgehouden wie nieuwe kankerdiagnoses kregen. In de statistische analyses van de relatie tussen hoogte van luchtverontreiniging en risico op longkanker corrigeerden de wetenschappers voor factoren als roken, het eten van fruit en het beroep.

Zie voor meer informatie het
artikel in de The Lancet Oncology.

bron: Universiteit Utrecht, 10/07/13